Sven Cools
Schepen in Boom
HOE BENT U IN BOOM TERECHT GEKOMEN?
Van oorsprong ben ik afkomstig uit het Kiel in Antwerpen, een echte ‘Kielse rat’. Ik moet zeggen dat ik een nogal vrijgevochten adolescentie heb gehad. Ik studeerde klassieke muziek, met nog een specialisatiejaar. Ik kwam in een soort vrijheid terecht die ik met volle teugen heb ontdekt. Gelukkig ontmoette ik vrij jong mijn vrouw die als olie op de woeste golven de stromachtige zee wat liet bedaren. Dat is mijn groot geluk geweest. In het begin zat niemand echt te wachten op iemand met een diploma klassieke muziek, dus ben ik wel zeer vroeg beginnen werken. In de horeca mocht je al beginnen vanaf 17 jaar en negen maanden en dat heb ik dan ook gedaan. Zoals iedereen weet begint dat met een contractje van 12 uur en voor dat je het beseft zit je met weekends van meer dan 20 uur. Je krijgt dan de situatie dat studie, werk en uitgaan één ongezonde mix worden. Je geest zegt dan op een bepaald moment ‘nu is het genoeg geweest’. Ik heb het ongelofelijke geluk gehad dat mijn vrouw me terug stabiliteit gaf. Via omwegen in allerlei jobjes ben ik uiteindelijk bij de stad Antwerpen terecht gekomen en opgeklommen van laagste administratieve bediende tot deskundige in de beleidscel van stadreiniging. Ik werkte daar inhoudelijk op interessante dossiers, zeer dicht bij mijn interessesfeer. Composteren, statiegeld, allemaal items die ik volledig onder de knie moest krijgen. Uiteindelijk zijn we in Boom terecht gekomen om louter economische redenen. Als jong beginnend koppel was het aangewezen om een goedkoop of betaalbaar huis te vinden, en in Boom was dat nog mogelijk in tegenstelling tot de grote stad. Snel kwamen er kinderen, maar ik weet nog goed, toen mijn vrouw hoogzwanger was van ons eerste, stond ik in de kelder te kijken naar de nok van het dak, je kan denken. Dus veel ruimte in de beginjaren voor hobby’s, laat staan politiek engagement was er niet echt.
U BENT SCHEPEN IN BOOM, KAN U DAAR WAT OVER VERTELLEN?
Ik ben schepen diversiteit, duurzaamheid, participatie. Is begonnen met interesse die ik al langer had in ‘politiek’. Reeds van in mijn jeugd had ik een groot ‘onrechtvaardigheidsgevoel’ en de neiging om te reageren op wantoestanden. Toen ik jong was had je wel wat ‘beweging’ in de wereld: de justitieprotesten, Dutroux, de hongersnood in de wereld, Life Aid…het waren allemaal ‘triggers’ om me te laten horen en me te engageren. Zeer idealistisch allemaal, maar dit was toch de start naar de zoektocht om dit op een meer efficiënte manier te uiten. Politiek was daar één van. Nadenken over politiek. Je had de boeken van Dirk Barrez, Naomi Klein….die me leidden in deze zoektocht. Je had daarenboven ook in de wereld bewegingen die me wel aantrokken, het platform G1000 van Peter Vermeersch en David Van Reybrouck, allemaal initiatieven die me beroerden en die me stuurden. Veel gesurfd op de kadans van kritische beschouwing, veel partijprogramma’s afgetoetst, zonder me te pinnen op één bepaalde stroming. Ik had om te zeggen een open vizier met een kritische blik naar de wereld. Uiteindelijk ben ik bij Groen beland en daar nooit meer weggegaan, en dat had dan voornamelijk met de manier van aan politiek doen te maken en natuurlijk ook het luik idealisme. Ik kom uit Antwerpen, een echte ‘Kielenaar’. Je had in Antwerpen toen sterke vrouwen, Freya Pirijns, Mieke Vogels…dat sprak me aan, die gedrevenheid, die drang naar eerlijke en rechtvaardige politiek. Er was altijd al een grote interesse in de groene gedachte en reeds vroeg koppelde ik dat ook aan mijn politieke interesse.
WAT BETEKENT ‘GROEN’ DAN VOOR JOU?
Iets na het millennium maakte ik kennis met de boeken van Stefan Hesse, Michael Moore…dat heeft bij mij een ‘klik’ gegeven. Een quote die me opviel: ’eigenlijk kan je alleen in een gestructureerde partij, door uw hand op te steken, mee de lijnen bepalen waarmee die partij gaat werken’. Dat klinkt idealistisch maar je kan wel degelijk door engagement een verschil maken. Dat sprak me zeer aan en dat heeft me toen aangezet van ‘toch iets te doén’. Ik ben dan naar de lokale afdeling gestapt en me aangeboden om eenvoudige taken uit te voeren: bussen, … en zes maanden later werd ik gevraagd om in het gemeentebestuur te zitten. Alles kwam in een stroomversnelling. Het jaar daarop werd ik verkozen voor de gemeenteraad. Eigenlijk was dat in het begin niet echt simpel, je wordt in het zwembad gegooid bij wijze van spreken, je hebt geen ervaring. Je had toen net een grote beleidswissel, wat voor Boom toch wel wat betekende. Het heeft tijd gevraagd, maar al doende leer je. Je leert wat je rol is, je mag je niet te veel laten manipuleren door anderen. Je moet je ‘eigen taal’ opbouwen, vertrekken van je eigen visie en dat heb ik stilletjes aan gedaan. Voor mij is het credo: ‘wat kan beter in Boom, hoe zie ik dat gebeuren en wat is mijn rol hierin?’ Ik heb het geluk dat ik pragmatisch ben; hoe kan alles verbeteren zonder teveel in ‘partijpolitiek’ te verzanden? Ik heb altijd een gruwel gehad aan het polariserende ‘links gedachtengoed’, dat is teveel ‘wij’ en ‘zij’ . Dat hebben we al genoeg gezien, dat werkt niet, zeker niet lokaal. Ik stop me niet graag in dat links vakje. Ik neem daar afstand van. Als er een samenlevingsproblematiek is, vind ik dat dit bemiddelend en sensibiliserend moet aangepakt worden. Afhankelijk van de situatie zal daar een aspect handhaving, ondersteuning enz… bijkomen. We moeten doorheen eerste reacties van mensen kijken. In wijken waar er bepaalde sociale problematiek is uiten mensen dit met op het eerste zicht bijna racistische reacties. Als goede politicus met een goede sociale inleving moet je daar doorkijken, want die brutale reactie is meestal een uiting van grote onzekerheid, onwetendheid , zelfs angst om te verliezen wat men reeds heeft. Die verkeerde kanalisering, dát moéten we aanpakken. Het is gemakkelijk om dit te klasseren onder een noemer, zoals bijvoorbeeld racisme, want dan projecteert je het probleem op individueel gedrag, terwijl er een onderliggende reden is die moet je zoeken, vinden en aanpakken. Dat is voor mij goed meesterschap in politiek. We mogen ook niet negeren dat dikwijls die kritiek gegrond is. Uiteindelijk wil iedereen hetzelfde: goed en veilig wonen voor u en uw kinderen. Dit is mijn drijfveer om hier goed werk te doen, en dat is vaak erg boeiend.
AL ZAKEN VERWEZENLIJKT, ERGENS FIER OP?
In mijn 6 jaar oppositie was dat niet evident, ik heb wel mijn leerschool betaald. Maar het is belangrijk niet ‘anti te zijn om anti te zijn’. Als je iets zegt moet het concreet zijn en onderbouwd. Die weg ben ik dan uiteindelijk ingeslagen. De man in de straat heeft niets aan de interne tegenstellingen. Je moet oppassen dat je niet de ‘goesting’ verliest om in de politiek te werken. Als je anti bent om anti te zijn, werkt het niet, zeker niet in de oppositie, dat werkt alleen maar verzuring in de hand. Ik wil dus niet iets doen vanuit de negatieve insteek, maar altijd vanuit de gedachte: ‘wat is het voordeel voor de Bomenaar?’. Zo hebben we in de vorige legislatuur als oppositiepartij de ‘fietsstraten’ verwezenlijkt en ze unaniem kunnen laten goedkeuren door de gemeenteraad. Daar ben ik toch wel fier op, en alhoewel het nu niet echt een heel grote verwezenlijking is.
WORDT HET GROENE GEDACHTENGOED ERNSTIG GENOMEN, BESCHOUWT MEN U ALS ‘EVENWAARDIGE GESPREKSPARTNER’?
Het is nog pril, soms nog lastig; Groen is een gemakkelijk slachtoffer. We komen soms met een moeilijke boodschap, die niet altijd gemakkelijk uit te leggen valt, zeker niet in tijden waar je uw beleid in ‘Twitter lijnen’ moet kunnen uitschrijven. Wat ik wel voel, door gewoon mezelf te zijn en beredeneerd om te gaan met items die in de gemeenteraad komen, is dat er wel respect is, dat mensen nu wel luisteren. Vroeger was dat anders, de mensen stonden meer sceptisch, nu krijgen we toch een breder draagvlak.
KAN U CONCRETE VOORBEELDEN GEVEN?
We hebben beslist om alle oude grote lopende projecten, stationsbuurt, Noeveren enz…on hold te zetten om advies te vragen aan de Vlaamse Bouwmeester, voor de zogenaamde Bouwmeesterscan. Mij lijkt dat een intelligente beslissing omdat veel van de grote projecten reeds 12 jaar geleden werden beslist en uitgetekend. Ondertussen is echter de situatie in de gemeente veranderd qua infrastructuur en bouw- en wooneisen. Met de scan kunnen we dit toetsen worden aan de hedendaagse inzichten op gebied van wonen en problematieken die ermee gepaard gaan. De stationsbuurt terug bij centrum te betrekken, dat is iets waar we al jaren van dromen. Een overkapping van de A12 ter hoogte van de tunnelmond zou hier een doenbare en betaalbare optie zijn. Dit zou een wereld van verschil kunnen betekenen voor de Bomenaars en ineens de gemeente qua leefbaarheid gevoelig vergroten. Er is natuurlijk nu een grote groep projecten die met vele partners worden aangepakt. We moeten zien dat we door de bomen het bos nog blijven zien.
Maar we hebben, om er nu maar eentje uit te pikken, de site Frateur aan de A12, die een grondige restauratie en renovatiekuur gaat krijgen. Er is een participatiefonds, met de bewoners van Noeveren, er wordt een koppeling gemaakt met de stationsbuurt , er zou ‘opengetrokken’ worden met een buurtfunctie. Veel hangt ook af wat de buurtparticipatie als resultaat zal geven, maar er zal zeker rekening gehouden worden hiermee bij de verdere ontwikkeling van deze omgeving. Dit wordt veelbelovend. De buurt moet ademruimte krijgen. Waarom bijvoorbeeld niet de hangars een buurtfunctie geven, of speeltuinen, of een buurthuis enz…?
WAT ZOU ER KUNNEN VERBETEREN, WAT ZOU JE VERANDERD WILLEN ZIEN, NAAR WELKE RICHTING MOETEN WE GAAN?
Eerste punt: We hebben vele wijken en buurten in Boom die moeten aangepakt worden. Je voelt dat daar potentieel in zit om van Boom een veel betere leefomgeving te maken. Je voelt dat er dynamiek ontstaat, het is niet voor niets dat de Vlaamse Bouwmeester interesse heeft in onze streek en er wil aan meewerken. Vanuit een ideologische visie lijkt me het interessant om de A12, het zij gedeeltelijk, te overkappen. Realistisch gezien is de Rupelmond het stuk waar dat moet gebeuren, net daar waar we een visie hebben om de buurt te verbeteren, de stationsbuurt enz… de parkeerproblematiek kan opgelost worden aldus, waardoor de markt kan vergroenen, een belevingscentrum creëren voor de gemeente …
Een ander punt is werken aan de samenleving, aan het samen leven. We zitten hier met 27 % mensen van niet Europese origine, wat toch behoorlijk veel is. Hoe dat komt is te zoeken in een hele hoop factoren uit het verleden, goedkope behuizing, arbeidersclusters, convenience, bereikbaarheid,….maar vast staat dat hier een heleboel mensen zitten van 2e en derde generatie van allochtone origine. Gemakshalve noemt men dit allemaal ‘buitenlanders’. Wat in feite niet zo is. Wat in de cijfers niet staat is dat er nog een heleboel inwijkelingen zijn die wél Europese origine hebben, Oost Europeanen, enz… dat merk je aan het straatbeeld en dan zie je toch hoe divers ons straatbeeld wordt. Ik vind dat we verder moeten kijken dan ‘oorsprong’. We moeten rekening houden met de rijke verschillen in cultuur, religie, visie, politieke standpunten….zo krijg je wél een harmonie in uw diversiteit ipv wrevel en onverdraagzaamheid. We moeten de ‘tools’ gebruiken die hiervoor zouden in aanmerking kunnen komen. Zo werk ik als schepen diversiteit tegelijk aan jeugd, ouderzorg, onderwijs, geaardheid, taalopleiding…we moeten elkaar leren kennen en begrijpen als Bomenaar, het heeft wat met respect te maken. Geef je respect, krijg je respect, zo simpel is dat.
ER WORDT HIER VEEL GEBOUWD, HOE GAAT DIT EFFECT HEBBEN OP DE SAMENLEVING?
Wat interessant is dat we het doelgroeppakket in Boom gaan ‘verrijken’ met alle projecten die op stapel staan. Er zullen meer tweeverdieners komen, middenklasse, semi residentieel….Boom wordt een smeltkroes van alle soort doelgroepen, wat interessant wordt voor de lokale handel en wandel. We moeten werken aan dat samenlevingsmodel en dat is op vele vlakken een uitdaging. Ik heb het dan niet alleen over het samenleven met mensen van vreemde origines maar ook tussen jong en oud bijvoorbeeld . We zien, en dat is opvallend, dat we in Boom met een ‘verjonging’ zitten, hoger dan het Vlaams gemiddelde. Dat geeft specifieke eisen. Ouderen willen rust, jongeren willen uitgaan, ergens bij horen… Dat is belangrijk, ik wil de participatie van de burgers betrekken bij het beleid. We zien dat nu al in de fantastische wijkraden. Wij waren één van de voorlopers van participatie in Vlaanderen op dat gebied. Alleen zien we dat dit steeds dezelfde mensen aantrekt, we missen daar andere doelgroepen die nu meer en meer aanwezig zijn in de gemeente. Jongeren bijvoorbeeld, maar ook Bomenaars van vreemde origine vinden de weg naar de wijkraad tot nu toe nog niet. Wat we met het bestuur willen doen, en dat ook staat in de doelstellingen van het meerjarenplan, is dat we naar een Dienst Samenleving gaan. Er komt een ‘wijkregisseur’, een centraal aanspreekpunt, die de betrokkenheid van de burgers vergroot, die wijkraden organiseert maar die ook evalueert en modereert en onderzoekt hoe we kunnen moderniseren, verbeteren, … We willen die wijkraden meer autonomie geven met budget, zodat ze eigen initiatieven kunnen ontwikkelen. Bomenaars kunnen een project indienen dat dan geëvalueerd wordt en kan uitgevoerd worden. We zijn er nog niet uit of dat per wijk of gecentraliseerd zal gebeuren, maar de aanzet is gegeven, het zal er komen binnen afzienbare tijd. Dit vind ik toch een positieve evolutie die ten goede zal komen van elke bewoner.
IS DAAR EEN TIMING VOOR?
We zijn er volle bak mee bezig. Ik ben nu die Dienst Samenleving aan het samenstellen. In een eerste fase zijn we in onderhandeling met de korpschef. De tweede fase zal dan de analyse van de wijkraden zijn en de adviesraden. Een externe organisatie, die nog zal worden aangezocht, zal ons daarin begeleiden en in de finale fase maken we werk van subsidies, reglement, wijkregisseur. Tegen 2021 zou dat moeten starten. Dit moet een doelgroepbeleid worden, waar dan ook ouderraden, jeugdwerking, …in het debat aanwezig zijn. Dit worden verschillende ‘eilanden’ die samen één coherent geheel worden en een duidelijke plaats moeten hebben in het gemeentelijk beleid. Als er bepaalde problematiek is in een buurt of wijk zal dat zeer gericht aangepakt kunnen worden. Dit wordt een oplossingsgerichte aanpak, waar ook de meningen van welzijnsraden, dienst diversiteit enz. bijbetrokken worden. Dat is niet evident maar door er een ‘buurtregisseur’ erbij te betrekken ga je wel wat handvaten kunnen ontwikkelen om die betrokkenheid te bereiken en het nodige beleid te voeren. De mensen gaan zien en voelen dat er daadwerkelijk met hun rekening wordt gehouden en dat er iets aan gedaan wordt. Dikwijls heeft men nu de perceptie dat de wijkraad een éénrichtingsverkeer is, waar het bestuur top-down beslist wat er gaat gebeuren. Eigenlijk moet de interactie veel groter worden. Dit zal een experiment zijn dat de betrokkenheid aftast. Ik denk dat we daarmee Boom ook ‘op de kaart‘ zullen zetten, ik denk dat dit vrij uniek wordt.
MEN PRAAT VEEL OVER DE UITBREIDING VAN DE SCHORRE, UW VISIE?
Ik denk dat iedereen er wel mee akkoord zal zijn dat dit prioritair moet worden gesaneerd. Mijn visie is ook dat het zeker geen tweede ‘evenementenweide’ kan worden. Het ruimtelijk uitvoeringsplan dat nu wordt getekend zal zeker rekening houden met alle besognes die her en der worden geuit, maar of dat dit dan werkelijk ingetekend zal worden is nog de vraag natuurlijk. Uiteraard zal iedereen zijn opmerkingen op Ruimtelijke Uitvoeringsplan (RUP) kunnen formuleren en in de mate van de mogelijkheden zal dit zijn weg wel vinden, ik maak er me niet zo’n grote zorgen over.
VIND JE DAT DE NATUURLIJKE KWALITEITEN VAN DE GEMEENTE GENOEG TOT UITING KOMEN ?
Het is een prioritair project van de gemeente om terug een belevingscentrum te ontwerpen in Boom. Nog deze legislatuur zal dat gebeuren. We werken er aan om ons centrum levendiger te maken. Dit is een serieuze ambitie van de gemeente, we zullen zien hoe dit evolueert maar het is veelbelovend. De kaai, de markt, de klamp liggen allemaal te wachten op actie. Eco-wijken, Noeveren, … overal liggen er kansen en opportuniteiten. Je voelt dat er een sterke dynamiek op gang komt vanuit de bewoners, en de gemeentelijke besturen willen volgen, ook dat is een nieuwe ambitie. Nochtans moeten we wel wat temperen, we mogen niet vergeten dat er maanden aan voorbereiding voorafgaan aan beslissingen, zelfs kleine. RUP, kostprijs, inspraak, participatie, enz zijn allemaal factoren die een rol spelen.
KAN JE ONS NOG IETS VERTELLEN OVER JE PRIVÉ BELEVING IN BOOM?
Ik ben er zeker van dat eenieder wel plekjes in Boom kent die voor hem of haar een leuk verhaal aan vast hangt. Voor mij was dat vanaf de eerste keer dat ik Boom binnenreed; de Pachterslei met die mooie rij bomen tot aan Rupeldijk. Dat gaf zo een speciaal ruimtelijk en ‘natuurlijk’ gevoel dat ik niet kende in de grote stad. Drie keer per dag ging ik wandelen met mijn Border Collie aan de dijk van die mooie oude rivier, oversteken naar de overkant, de Schorre doorlopen, het was toch een prachtig avontuur dat op een boogscheut ligt van grote steden. De kleiputten bijvoorbeeld hebben toch iets zeer speciaals voor iemand die van het stedelijke Kiel komt. Als ik nu mensen hoor die Boom ‘maar niks vinden’, zijn dat allemaal mensen die hier nog niet geweest zijn, het is ‘perceptie’ met andere woorden. Ik zeg dan altijd, kom even langs en doe met mij de wandeling naar het park, Klein Willebroek, en dan krijg je plots inderdaad positieve reacties. Mensen denken dat dit een stinkende, verstofte gemeente is waar ge gewoon langsrijdt op de A12. Er is dus nog werk aan de winkel om die soms nog steeds geldende misvatting via bestuurlijke beslissingen om te vormen.
HOBBIES?
Helaas is mijn oude muziekkennis een beetje verwaterd. Wegens gebrek aan tijd en wegens andere bezigheden. Je moet politiek niet onderschatten, het vraagt veel van je, zowel mentaal als fysiek. Als je je echt engageert vraagt dit veel maar je krijgt wel veel terug. Het is fijn als je ziet als dossiers er dan toch doorkomen of dat bewoners zichzelf herkennen in de ‘moves’ van de politiek. Voor de rest tracht ik toch wel wat te wandelen, in de bergen of hier lokaal, veel te zien en te ontdekken.
ZOU JE HIER OOIT WEGGAAN?
Wij komen van een grootstad , geboren en getogen Kielenaar, altijd graag gewoond. Uitgaan in de Pacific, de Paradox of kroegen zoals den Hopper, The Scene,…dat was het echte leven toen. In het begin heb ik dat toch wat gemist. Hier was dat toch een aanpassing. In Antwerpen had ik zelfs geen rijbewijs, alles te voet. Maar om nu te zeggen dat ik nu alles mis, is te kort door de bocht en zou onrecht aandoen aan alle mensen die ik hier ken en die een ongelofelijk warm hart voor de gemeente hebben en zich geweldig engageren om het leven hier beter te maken. In de noord-zuidbeleving, bijvoorbeeld. Wij zijn een voorbeeld, onder andere met onze wijkraden, voor vele omringende gemeentes. Die komen naar ons kijken hoe wij dit aanpakken. Als je kijkt hoeveel mensen eigen initiatieven ontwikkelen die te maken hebben met het verbeteren van de levenskwaliteit hier. Er zijn natuurlijk de gekende zaken zoals Kaaimannen, wijkraden …maar ook vele bescheiden initiatieven die zich organisch op eigen kracht ontwikkelen. Dus het beeld dat vaak geschetst wordt dat Bomenaars niet buiten is niet correct vind ik. Ik verbaas me er nog steeds over als ik het enthousiasme zie waarmee sommige bewoners hier mee aan de kar trekken, zelfs zonder inmenging van het bestuur. De voorzitters van al die raden zijn kernfiguren in een belangrijk netwerk tussen betrokken Bomenaars. Dit alles houdt me hier. Je kan van mening verschillen, maar op het einde van de rit komt het volkse karakter boven en drinken we allemaal samen een pint. Dit is toch uniek.
IS KUNST EEN INSPIRATIE?
Ik ben in principe eclectisch, ik wil me niet laten beperken tot bepaalde stromingen. Ik probeer zoveel mogelijk indrukken op te doen, in kunst, literatuur, muziek die me de wereld doen ontdekken.
TOT SLOT, IS IETS DAT JE ALS CONCLUSIE KAN ZEGGEN WAT MOET VERANDEREN ALS JE HET NU KON DROMEN?
Ik blijf bij het verhaal van de A12, de connectie maken met de ‘overkant’. Het is realistisch en uitvoerbaar en zou een wereld van verschil maken naar de Stationswijk toe. Het zou Boom ook ineens een ‘grotere allure’ geven. En tenslotte zou ik toch ook een lans willen breken voor het opnemen van een eigen verantwoordelijkheid in verband met met mobiliteit . Parkeerbeleid is daar nauw mee verbonden. Om de parkingdruk te verminderen moeten we afstappen van de auto voor alles te gebruiken en ons aanpassen . Kleinere afstanden doen met de fiets of te voet. Zo leefde ik ook in de stad en dat is hier ook mogelijk. Hoe meer we autogebruik faciliteren hoe meer problemen dat we gaan krijgen, je creëert opportuniteiten als het ware om de mentaliteit ‘niet te veranderen’. Gezinnen met 3 auto’s zijn niet meer van deze tijd. Het is de verantwoordelijkheid van het bestuur maar ook de eigen, individuele verantwoordelijkheid om eens goed na te denken over mobiliteit.
IK DANK U VOOR DIT GESPREK, SVEN
“Goede Ideeën pakken we steeds mee; we liggen nooit dwars maar proberen steeds constructief mee te denken met de
mensen die ons omringen”
HOE IS HET ALLEMAAL BEGONNEN?
In het begin was de Schorre een kleiput, opgevuld met afval. Storten van Antwerpen, Brussel, gips, heel de kant Schommelei, parking, voetbal, de deltaweide…allemaal gipsstort.
Op bepaald moment, en dat liep wat parallel met het ontstaan van het ‘groene politieke gedachtengoed’, is er een beweging ontstaan, een soort ‘opstand’ tegen al die stortbaronieën.
Er stonden een paar mensen op met een plan om de natuur toch te vrijwaren van verdere aftakeling als stortplaats.
In eerste instantie heeft de gemeente toen besloten de ‘put’ op te kopen om zo het storten verder te verhinderen. We praten hier nu van een 40 tal jaar geleden.
Met de enkele steenbakkerijen die er toen nog waren werd er overlegd om de oude hangars een beetje op te kalefateren en om te vormen van ruïne tot een cafetaria, sporthal en speeltuintje ervoor. We moeten dit allemaal niet te groots zien, het was bescheiden, maar het was toch de start van een mooi verhaal, een beetje in de wilde weg zonder echt een groot plan.
Het was ook niet zo evident in het begin, er was geen echte toegangsweg, je moest parkeren op straat, het was een beetje een ‘jungle’.
In kleine stapjes werden er steeds verbeteringen aangebracht, een wegje bij, de vijvers wat opgekuist en er een ‘recreatievijver’ van gemaakt. We moeten daar allemaal niet te veel van voorstellen, wat was dat in die tijd, ‘recreatie’? Een paar waterfietsen, een minigolf, een voetbaltereintje en een gebouwtje met kleedkamers, en een cafetaria, dat was het. Voor de rest was dit domein een echte brousse.
Allemaal wat knullig en niet echt uitnodigend. Dit was de periode 1980 tot 2000.
WANNEER BEN JIJ HIER GEKOMEN?
Ik ben hier begonnen in 2000, een zeer klein team op kantoor en de rest was buiten het ‘domein aan het onderhouden’.Men gaf ons de opdracht er ‘iets van te maken’. Wij maakten deel uit van de provincie met haar drie grote recreatiedomeinen, het Zilvermeer, gericht op familiaal vakantieplezier, de Nekker, echt gefocust op sport, en de Schorre, zonder een echte positionering.
In het begin had dat niet veel ziel. Ze waren al blij dat het gras afgereden werd bij wijze van spreken.
Meer kon men hier niet echt doen, wat waterplezier met waterfietsen en een vlonderpad, door de natuur wandelen, en dat was het.
Het was dus de opdracht een ‘smoel’ te zoeken voor dit domein. Het organiseren en zoeken naar kwalitatieve events heeft altijd wat in mij gezeten, dus dit was de richting die ik wou inslaan.
Maar ‘Mano Mundo’ , een multicultureel breedspectrum wereldfestival bestond al. De accommodatie was er in het begin wel niet erg geschikt voor. De weide waar het moest gebeuren was een sompige toestand, mensen lief, je vond er uw kinderen zelfs niet terug, een echt moeras.
Maar toch, de toon was gezet en we hebben, dank zij een groep enthousiaste medewerkers van Mano Mundo een top event gemaakt, zelfs tot 100000 man in de top periode!
Dit succes kwam er ook omdat we hadden besloten om de organisatie professioneel aan te pakken, we hadden een draaiboek gemaakt voor grote events, dat we trouwens nu nog steeds gebruiken. Hierdoor was het mogelijk veel bezoekers te kanaliseren en het totaal-event goed uit te bouwen, die ervaring was goud waard, bleek later.
Maar ja, aan alle mooie liedjes komt een einde. We zijn wel nog een tijd doorgegaan met de “Feria Andalousa”, een Spaans volksfeest.
WAT WAS DAN DE VOLGENDE FASE?
We hadden nu een goede gedraineerde weide, we hadden een goed draaiboek voor grotere events...en we hadden de ‘goesting te pakken’. We stelden ons dan de vraag, wat kan er hier nog gebeuren?
Zo is dit stilaan gegroeid, stap voor stap, kleine eventjes, bedrijsevents, een beetje zoeken....
Op bepaald moment kregen we bezoek van de mensen van de lokale hockeyclub die een nieuw terrein zochten omdat ze weg moesten op hun oud oefenveld.
In gesprekken evolueerde het zo dat beide partijen interesse hadden. Ik ben groot voorstander van publiek private samenwerkingen, en dit was een kolfje naar mijn hand.
Er is één belangrijke voorwaarde, en ik geef toe dat dit een torenhoog cliché is, maar er moet een win-win zijn, anders werkt het niet; dat is écht nodig, er wordt hier soms snel over gegaan, maar zeer kort na een samenwerking weet je al of inderdaad beide partijen er écht aan winnen. Je moet zorgen dat alleman gelukkig is in de deal. De hockeyclub Braxata is een schoolvoorbeeld voor ons.
...EN DE REST IS GESCHIEDENIS?
Op bepaald moment kwamen hier tussen al die nieuwe initiatieven door, twee gasten aan, twee broers die een ‘klein eventje’ wouden organiseren. Het bestond al in Nederland, Mysteryland genaam, een heel vernieuwend initiatief rond dance muziek . Het heeft wel wat discussiewerk gevraagd met alle instanties want, eerlijk gezegd, in het begin waren er wel veel vragen over dergelijk initiatief; “wat gaat dat zijn, drugs, veel lawaai, …?”
Die mannen zijn begonnen en we hebben ze van in het begin, zowel wij als de gemeente, een goed kader gegeven, krijtlijnen uitgetekend en de duidelijke boodschap gegeven dat alles binnen die lijnen moet blijven.
Dit was een klare belofte aan de deputatie, provincie , buren, gemeente, enz..en dat werkt! Ge ziét ook dat het werkt, ik denk dat dit jaarlijks wordt bewezen. Maar ik moet wel zeggen en dat is een pluim voor mijn team en de gemeente, dit kon alléén maar omdat we ons van in het begin super geëngageerd hebben en zeer hard meegewerkt hebben. Anders was dit nooit gelukt.
Wij zijn daar met hart en ziel gaan achter staan omdat we voelden dat daar iets goeds inzat, dat is onze merite in dit geheel. De resultante was iets nieuw en vernieuwend. Dat sprak de jeugd aan. Tomorrowland wérkt, en zet Boom en de Schorre op de kaart.
VAN HET EEN KOMT HET ANDER.
We hebben hier in de pitte een congrescentrum waar we een initiatief hebben uitgewerkt dat ‘Pittig Gezegd’ heet. Een kleineinitiatief, 100 man maximum waar we zoveel mogelijk jonge ondernemers en lokale mensen in betrekken.
We organiseren info avonden waar we steeds trachten interessante sprekers te engageren, niet enkele lokale mensen maar breed spectrum. Zo hebben we de CEO van Studio 100 gehad, een basketcoach....ik ga er van uit, als je er één interessant idee of contact uit kan halen, is de avond toch geslaagd?
We hebben hier in de streek ook de ‘Businessclub rond de voetbalclub Rupel Boom’. Personen die samen in een fantastisch samenwerkingsvorm zitten en het verschil maken, jonge ondernemers, maar lokaal.
Wij waren ondertussen ook aan het denken om een groep mensen bij elkaar te brengen die het breder zien dan strikt lokaal. Ons belangt de hele Rupelstreek aan, waar Boom een centrumfunctie heeft. Ik heb dat gemeen met Paul Cornelis, ook geïnterviewd in jullie krant.
Zo is er een synergie ontstaan tussen al die mensen. Hieruit is dan ‘Rupelien’ ontstaan.
Het doel van Rupelien is wezenlijk om samen te komen en met elkaar te praten, te babbelen als je wil, geen goed doel, geen politiek, niets van dat alles, puur nuttig en sociaal contact.
Als we elkaar zouden kunnen helpen is dat fantastisch. Dat kan resulteren in onderlinge samenwerkingen. Of zelfs vrijblijvend advies onder elkaar.
Rupelien is een promotiemachine geworden voor de Rupelstreek. We zetten de goede kwaliteiten van deze streek in the picture, brengen het naar buiten en geven aan de wereld de perceptie mee dat het hier uniek en fantastisch is om te wonen.
Rupelien is horizontaal georganiseerd, geen manager, geen structuur, alleen hebben we een mooi speldje met een diamantje per gemeente aan de Rupel. Zo ‘herkennen’ we elkaar als we op verplaatsing zijn.
Dit opent direct de poorten als ‘opener’ naar het boeiende verhaal van de steenlaag ‘Rupelien’ die door een zekere André Dumont werd ontdekt en dat een nuttige vormings-laag is bij het ontstaan van steenkool. Vele verhalen, vele symbolen...uiteraard is dit een leuke gimmick, meer niet. Het échte nut van Rupelien is zijn interne ‘dynamiek’ die uitstraalt op anderen en omgeving. We hebben een platform waar alle leden zich presenteren en die als ‘tool’ dient om elkaar uit te nodigen op events enz...
Het is verbazend wat een positieve uitstraling dit heeft.
HET VERHAAL VAN DE ‘RUIT’
Waarom willen we de Rupel ‘belangrijk’ maken. (Neemt een blad papier en tekent er een grote ruit op.red) Van hieruit gezien liggen we centraal tussen Antwerpen, Brussel, Gent, en dan hebben we nog Mechelen en Leuven.
Binnen ruimtelijke ordening noemen ze dat de ‘Vlaamse Ruit’. We liggen hier pal middenin groeiende grootstedelijke gebieden. Dit is economisch van enorm belang. Wij zijn de ‘groene long’ in het centrum van deze ‘ruit’. Dank zij de groene gebieden langs de Rupel, park van Boom, de Schorre, de Schorre-uitbreiding en de groene strook die we samen met de Vlaamse Landsmaatschappij aan het uitwerken zijn in een ontwikkelingsplan van hier tot in Hemiksem, wordt dit een zeer belangrijke area voor dit socio-economische gebied. Je hebt ook de overkant; broek De Nayer, Hazewinkel, al die ruimte is een geweldige groene long, die we in de aandacht moéten brengen.
Misschien wekt dit uiteindelijk ook interesse van de ‘overkant’, waarom zou Willebroek vb ook geen goede partner zijn in dit verhaal?
Misschien zijn ze daar ook enthousiast over die positionering en zijn ze niet meer die ‘van over het water’ maar worden ze wezenlijk onderdeel van de krachtige Rupeltaal?
DE SCHORRE IS EEN GROENE ‘MOTOR’
Als je op het ministerie info vraagt over Boom krijg je tabellen allerlei, maar het is opvallend dat in de verschillende gausscurves, Boom steeds aan de ‘uiteinden’ ligt, nooit in de mediaan. De ‘meeste sociale woningen’, ‘de laagste inkomens’, ‘de meeste kinderarmoede’, ‘de laagste diploma’s’, enz…altijd in de uitersten, en zelden op een positieve manier, in de statistieken althans. Dat willen we doorprikken, daar moeten we dringend vanaf. Hoe lossen we dat op?
We moeten werk ‘creëren’ op domeinen die nieuw zijn, nieuwe vorm van industrie gecombineerd met een iets lagere toegangsdrempel, dat is dé oplossing.
Groen ontwikkeling is hier een belangrijke trigger!
Ik vermeld graag die professor, die ooit voor een 11 juli viering is komen spreken in Noeveren. Hij haalde aan dat wij allemaal resultante zijn van de ’industriële revoluties’ die ons voorafgingen, maar nu komt er de revolutie van de ‘leisure industrie’: om dergelijke ‘revolutie’ te ontplooien is er nood aan: ruimte, alle vormen van recreatie, ook hotel- en verblijfsaccommodatie, horeca… en dat is er op dit ogenblik véél te weinig hier.
Allemaal redenen om die ‘case’ naar boven te krijgen. Daarom engageren we ons in al die initiatieven en juich ik ook toe wat jullie met Pro•Boom doen; dit telt allemaal mee . ( Wij een beetje fier! red.)
TOMORROWLAND IS EEN MEGA EVENT, NOOIT PROBLEMEN MET OVERLAST?
We zijn een beetje slachtoffer van ons eigen succes door de grote groei en de mega events, en er zijn terechte klachten, niet zozeer overlast maar wel de cumulatie van events die door sommigen gepercipieerd wordt als ‘teveel’.
Daartegen zet ik de inspanning die we doen om samen met die mensen te werken, die investeringen samen zorgen dat we een fantastisch event hebben gedurende 14 dagen, maar dat zorgt ook dat we voor de rest van het jaar een fantastische beleving hier hebben, het ene brengt op voor het andere, dat mogen we niet vergeten. En dat plaatst ‘overlast’ in een ander perspectief.
We hebben een deal voor 17 event dagen per jaar. Af en toe wordt daar wel eens over gediscussieerd maar dat is noodzakelijk, de kritische massa die we nodig hebben om dit domein constant aantrekkelijk te houden. We vragen dan ook aan iedereen om een beetje tolerant te zijn en een hart te hebben voor dit mooie publiek domein dat gewoon in deze toestand niet zou bestaan zonder die events.
Laat ons niet vergeten dat we ook onze deuren wijd openzetten voor accomodaties die uniek zijn, mooie vergaderzalen, een grote ontmoetingstent …Wij bieden de bedrijfswereld een ongelofelijk kader om goed te vergaderen, elkaar te ontmoeten en te stimuleren, te leren kennen op een andere manier, en ’s avonds een pintje onder de leuke tent. Dit zijn geen initiatieven die overlast geven maar die wel zorgen voor een grote uitstraling geeft naar buiten toe; dit is een marketing tool voor gemeentes!
En, trouwens, als we spreken van overlast, in de lentedagen bij mooi weer, lopen hier soms duizenden mensen rond, gewoon omdat het hier mooi en gezellig is, gewoon genieten. Dit mérk je zelfs niet, dus als we onze deuren openzetten voor de event en bedrijfswereld mogen we echt niet spreken van ‘overlast’ . Ik vind het ook belangrijk dat we leven in een goed nabuurschap en daarvoor gaan wij naar wijkraden, we praten met de mensen rechtstreeks waar het belangrijk is. Goede ideeën pakken we mee; we liggen nooit dwars maar proberen steeds constructief mee te denken met de mensen die ons omringen.
We moeten tot slot toch zeggen dat ‘kritiek’ vooral wordt gedragen door enkelingen die op de barricades staan te roepen, maar vergeten we niet dat er een overgrote meerderheid is, een ‘zwijgende massa’ die 200% achter ons mooie initiatief staat!
ER WORDT VEEL GEPRAAT OVER SCHORRE 2, UW VISIE?
Schorre 2 of ‘deelgebied 2’ is niet écht onze toekomst, Schorre 1, dàt is onze toekomst, dit blijft ons hoofddoel; we gaan fantastische dingen doen, we gaan naar een niveau gaan, waar mensen zich thuisvoelen, dat heel attractief is, dat dynamische goede recreatie biedt. In feite, als we het mogen dromen, wordt dit een ontmoetingsplaats waar alles wat in de streek geboden wordt, in geconcentreerde vorm aanwezig is.
De mensen moeten ‘deugd’ hebben om naar hier te komen.
We zien die ontwikkeling gebeuren, het is niet zo dat de Schorre alleen volk aantrekt als er een event is, die tijd is voorbij! We zien nu tot grote vreugde dat men deze plek heeft ontdekt als een element in hun gelukkig bestaan; picnic, spelletjes met de kinderen, verenigingen die komen..., de mensen nemen zélf initiatief om de toegevoegde waarde te accentueren en dat is een teken van een goede evolutie.
Om op uw vraag terug te komen, Deelgebied 2 is het kip of het ei. Gaan we eerst zeggen wat er moet gebeuren en dan aanleggen naar de behoeftes, of gaan we kijken eerst naar materiaal dat mogelijk is en de bezoedelde stukken saneren om dan aan de hand daarvan verder te denken aan invulling?
We weten het niet: maar wat ik wel weet is dat er momenteel één cruciaal feit is en dat is dat we op korte en middellange termijn moéten saneren, daar is geen weg naast
We staan zeker open voor plannen en ideeën. Er is trouwens een bevraging geweest bij het publiek, wij nemen dat au sérieux, dat wordt allemaal onderzocht en geëvalueerd. Dan zullen we wel zien wat eruit komt.
Wij moeten toekomstgericht denken als we aan ontwikkeling denken. Nieuwe vormen van sport, waarom geen nieuwe manier van democratisch golfen? Golf met een lage toegangsdrempel, met als model de nieuwe vorm van ‘public golf’ een nieuwe trend. Oostduinkerke en Manchester zijn schoolvoorbeelden hoe een golf voor iedereen er uit moet zien. Waarom geen labo voor nieuwe sportvormen en spelvormen?
Laat ons breeddenkend brainstormen hierover.
Dat past in het kader waar we naartoe willen. Als er een groot event plaatsvindt, is er soms reactie van de buren dat er afsluiting is van het gebied. Het wordt ingepalmd en er is weinig ruimte meer voor beleving van het domein. Toekomstgericht moeten we dat op de agenda zetten. Het grote gebied naast de huidige Schorre, zou dan kunnen dienen als permanente natuurbeleving, naast het domein dat eerder event georiënteerd is.
Spel, kinderen, natuur, …kunnen we dan anders verdelen, intelligent oplossen. Wij zouden daar een pioniersrol kunnen spelen.
ALS DIRECTEUR VAN DIT DOMEIN, WERK JE VEEL SAMEN MET DE LOKALE POLITIEK, OOIT ZELF AMBITIES GEHAD?
Kort gezegd, nee! Maar het is wel zo dat ik me goed kan gedijen tussen de politiekers . Wij werken goed samen met de lokale besturen, ik geloof in mensen, ge moet ermee spreken, in dialoog gaan, het zijn ook maar mensen,hé. De députés die we tot nu toe meemaakten stonden allemaal open voor ideeën en ik moet zeggen dat de samenwerkingen altijd verrassend goed waren.
Laat ons niet vergeten, wij hebben allemaal een opdracht: ik moet er voor zorgen dat het hier draait, dat het proper is, dat er plannen worden uitgewerkt….een politieker moet dat ook doen, hij heeft een mandaat van de kiezer en moet beseffen dat er werk aan de winkel is. In mijn geval is mijn missie het recreatiedomein zo aangenaam, dynamisch en aantrekkelijk mogelijk te maken. Uiteindelijk hebben we hetzelfde doel, we moeten aan de zelfde koord trekken en dan komen we er , daar ben ik rotsvast van overtuigd. Tot nu toe moet ik zeggen, draait dat goed. Ik ben niet politiek, dus op dat domein bots ik niet, al zijn er al wel eens meningsverschillen over details of uitvoering,budget enz…dat is ook normaal vind ik.
NE ZANGER IS EEN GROEP!
Mijn antwoord op het goed laten draaien van De Schorre hier, is een bewustzijn. Je moet zélf gepassioneerd achter staan achter de projecten staan en, vooral, je moet het aanpakken, je moet het doén en niet rond de pot staan draaien en het project ‘wegbabbelen’.
Als je weet dat het een goed project is, straal je dat ook uit en dan komen we tot een oplossing, daar ben ik zeker van.
Ik wil hier ineens ook benadrukken dat ik dat niet alleen doe, we werken met een team van bijna 40 mensen. En dan tel ik nog niet de stagiaires, de tijdelijke medewerkers, de studenten, ….dat is een gewéldig team en als dat team achter u staat, dan voel je de ‘kracht’, dàt team kan resultaat voorleggen en dwingt respect af. Ik zei je in het begin dat ik niet zo graag op de voorgrond spring, voor mij hoeft dat allemaal niet, en dit is de reden. Ik ben schatplichting aan mijn geweldig team!
DAENS IS VOORBIJ!
Ik heb de indruk dat Boom nog door veel mensen beschreven wordt als de arbeiders-enclave van pastoor Daens om het met een boutade te zeggen. Een rode gloed over het landschap, rook, stinkend, een vrouw met een kruiwagen over beslijkte wegen, een ondervoed kind thuis en een vent aan de toog, uitbetaald door zijn baas die de toog openhield (hartelijk gelach!). Boom is niet een somber en triestig gat vol kleiputten. Als we zien hoe deze gemeente de laatste decennia is geëvolueerd, zie de beleving in de Steiger, zie De Kaai en Hoek 76 met “Den Oven”, zie ons hier in de Schorre, zie het woonlandschap dat in razend tempo evolueert. Alle mensen die hier komen, vallen omver als ze het groene landschap en de mooie rivier zien. Dit is uniek en moeten we koesteren.
De perceptie moet zijn: we zitten in een groen hart, midden in een grootstedelijke omgeving. De eerste keer dat me dat écht duidelijk werd, is, lang geleden, toen we hier een eerste aflevering hadden van een bekend tv programma ‘Afrit Negen’. Door alle positieve reacties toen viel mijn frank, dit is een ‘parel’ met ongelofelijk veel potentieel.
Daar moeten we iets mee doen.
Men heeft een unieke kans door al de nieuwe bouwprojecten die komen, om hier een mooie woon-enclave te maken naast de Rupel. Een kleine noot hierrond toch wel, ik hoop dat men hier toch respectvol mee omgaat. De Rupel is niet de kust.
HEB JE NOG EEN GROTE MISSIE?
Ja, in feite wel. In mijn opinie moeten er ‘verbindingen‘ komen tussen allerlei gegeven situaties. Dit kunnen figuurlijke connecties zijn tussen verschillende bevolkingsgroepen, maar ook letterlijk. Je hebt de A12 die Boom afscheidt van Noeveren. Daar moeten in mijn opinie verbindingen komen voor de zachte weggebruiker, fietsen, voetgangers enz… er moeten ook verbindingen komen naar het centrum. Alles moet geconnecteerd worden. Wij mogen niet beschouwd worden als een ‘randparking’ buiten de kern, nee, alles moet naar elkaar getrokken worden, Schorre, Boom, Noeveren moet één beleving zijn. Dat is perceptie.
We moeten kunnen zeggen tegen de mensen dat ze naar de ‘andere zijde’ moeten gaan kijken, maar dan moet dit ook fysisch kunnen, er moet een grote connectie zijn over heel het gebied. We zijn er al aan het denken en brainstormen hoe dit kan gebeuren.
Wij hopen ook dat men de sleuf van de A12 gaat ‘overbruggen’. Let wel, ik vind niet dat die helemaal dichtgegooid moet worden, als er verbindingen komen is het al zeer goed. Het is nu wel hét moment om Noeveren open te trekken naar Boom centrum. Het zou een uitgelezen moment zijn, de site Frateur wordt helemaal vernieuwd en aangepakt, daar zijn grote budgetten voor vrijgemaakt. Dit wordt dé aantrekkingspool van Noeveren.
Een van de andere plannen die we nu aan het uitwerken zijn is het openmaken van een tunnel onder de Kapelstraat die momenteel dichtgeslibd is. We gaan die samen met de Vlaamse Landmaatschappij vrijmaken, proper zetten zodat we van hier kan ‘oversteken’, of beter “onderdoorsteken, direct naar de Rupel.
WAT ZOU ER NU CONCREET MOETEN VERANDEREN IN BOOM?
Ze moeten de kern écht versterken, voor dat ze aan de kaai iets gaan doen. Er is veel te weinig horeca. Ooit zijn er fantastische ideeën geweest om met de Klamp iets te doen. Dat had de hele handel en wandel in de gemeente een ‘boost’ gegeven. Nu trekken de grote winkels weg en de invulling van nieuw komt er niet of toch zeer moeizaam. Mijn advies aan de gemeente: doe hier iets, maak dat leuk en aantrekkelijk. Nu heeft Boom leuke pleinen waar niets mee gebeurt, de Grote Markt, de Heldenplaats…droevig en om te wenen zoals die er nu bij liggen, gewoon een stenen plein, zelfs niet goed genoeg voor een schoolspeelplaats . Dit zou het ’bruisende hart’ van de gemeente moeten zijn en is in feite een verwaarloosd gegeven dat de gemeente in zijn geheel aantast en handel wegjaagt.
Parkeerbeleid is ook zoiets. Niemand kan parkeren in schooltijd, alles staat vol met auto’s van het onderwijs. Dringend beleidmatig aanpakken zou ik zeggen.
Hoogstraat en Blauwstraat, dit zijn de commerciële slagaders van de gemeente. Stilaan bloeien die toch dood. Veel leegstand, grote zaken verhuizen en worden niet meer vervangen. Een goed idee zou zijn die straten te overdekken, maak er een ‘super galerij’ van zoals in de grote cultuursteden. Achter de Blauwstraat liggen grote open ruimtes die creatief en logistiek ingevuld kunnen worden, parkeren en/of ravitailleren achteraan de winkels, een ideale situatie.. Dit zou een super winkelstraat kunnen zijn, een échte creatieve ‘shopping mall’ met plaats voor cultuur, horeca en niche winkels, een aantrekkingspunt voor ver buiten de gemeente. We hebben dat nodig, niet vergeten, zonder ingrepen gaat de leegloop en verloedering steeds maar verder, want het aanbod is en blijft vrij onaantrekkelijk.
PRIVÉ
Ik ben eigenlijk een West-Vlaming, van Oostduinkerke, maar heb mijn college in Hasselt gedaan, mijn papa was militair, vandaar. Ik ben er ook blijven werken nadien en dan krijg je natuurlijk wel een beetje de ‘slag van Limburg’ zoals je misschien ook kan horen.
Limburg ligt mij aan het hart. Maar in feite heb ik mij vroeger nooit echt gesetteld, me nooit écht thuisgevoeld ergens, terwijl ik dat nu wel heb hier in Boom, dat is merkwaardig. Ik voel me hier goed thuis, zeer aangenaam wonen in Boom.
Wat me in Boom tegenover vb de stad aantrekt is dat je hier wel een heel pak leuke en aangename mensen hebt. Je ziet die niet steeds, ze komen soms niet snel aan de oppervlakte, je moet ze echt zoeken. Maar eens ontdekt, is het een zeer aantrekkelijke mix van wonen, contacten en beleving. Er mankeert soms wat passie bij de Bomenaar over zijn eigen dorp.
Een beetje meer fierheid kan helpen, ik merk wel dat de Bomenaar, eens hij in het buitenland is, Boom echt met fierheid verdedigt, het feit dat Tomorrowland er is, helpt hier echt natuurlijk. En daar dragen wij toch ook een bescheiden steentje bij.
JE HAALDE AL AAN DAT JE GRAAG MET DERDEN WERKT?
Ja dat klopt, omdat dat in mijn ogen de motor is van een geslaagde economische gemeenschap. We mogen ook niet vergeten dat we omringd worden door fantastische inventiviteit, zoals vb onze buur Paul Cornelis met zijn geweldige concepten van bedrijvenclusters. Dat is ongezien. De Oven die hij gerestaureerd heeft en omgevormd tot een klassevolle evenementenhal is een staaltje van goed ‘entrepreneurship’ waar wij graag aan meewerken.
In dit geval werken wij vb samen op logistiek en administratief niveau door de zaal op te nemen in ons boekingssysteem. Ook werken wij al lang samen aan het nautisch bezoekerscentrum voor de Oven. Hij werkt daar aan mee en wij werken mee aan de zaalboeking, zo hoort synergie te zijn.
Zo zijn er nog voorbeelden. De blauwe halte die er komt aan de Rupel is nog zo een idee. Dit is een fantastische toekomstgerichte droom, een boot die stopt als waterbus aan de oevers van de Rupel. Ik durf er mijn hand voor in het vuur steken, ooit komt die er, met de hulp van derden!
Het Fietsmuseum is nog zo een voorbeeld: we wouden een verbinding met de Rupel. Ik vond het ongelofelijk dat we een fantastisch domein hebben op slechts 100 meter van een prachtige rivier. Ook hier moest er een connectie komen. Langs die rivier zijn er jaagpaden, met 350000 fietsbewegingen per jaar! Kan je voorstellen! Daar moeten we toch iets mee doen. Tegelijkertijd kennen wij Paul Van Bommel van oa het restaurant Epicurus en die had in Terhagen een horeca zaak, volgestouwd met fietsmemorabilia. Finaal hebben we de twee samengebracht, ons blauw punt en zijn passie resulteerde in een museum. Dat moet een fietsinrijpunt worden, een fietsbelevingspunt waar fietsers zich herkennen, zich goed voelen. En nu is het zo geëvolueerd dat mensen zelf hun collectie aanbieden voor ons museum. Een hit bij de fietsers die Boom toch ook weeral mee op de kaart zet.
Voorlopig is er nu ook een pop-up horeca bijgezet, dat moet er bij zijn .
De oude klampoven die erbij staat was in zo een slechte staat dat hij niet te restaureren valt. We gaan wel de herinnering van die oven proberen vast te grijpen door de ruïne te laten en er een bekasting rond te zetten zodat er informatie rond kan komen; dat zou binnen een paar jaar af moeten zijn.
De Blauwe Halte van bij ons tot aan de kade van Boom langs het water, samen met de tunnels die opengemaakt worden, samen met, laat ons hopen, wat overbruggingen aan de A12, dit zijn allemaal uitvoerbare plannen die een grote synergie zullen creëren tussen alles. De Bomenaar kan dan van de ene kant naar de andere wandelen of fietsen (of varen) op een aantrekkelijke en aangename manier.
TOT SLOT, EEN LAATSTE DROOM?
Als ondernemer zou ik het toch een goed plan vinden om meer verbondenheid te creëren tussen de gemeentes die ’De Rupelstreek’ uitmaken. We kunnen er niet onderuit, ooit gaat men grootstedelijk gebied willen hier. En dan zal de keuze worden, naar Mechelen, naar Antwerpen, ...?
We zouden beter zelf het initiatief nemen en één grote Rupelstad worden, met één groot industrieel management, dan zouden we iets te zeggen hebben. Dit is een goudmijn, zoveel mogelijkheden, veel potentiële tewerkstelling in groene industrie, je kan hoogtechnologische hubs maken, en, wat heel belangrijk is, je kan hier een fantastisch woon, werk, recreatie driehoek creëren die enorm ecologisch is. We kunnen mensen een uniek aanbod geven om midden in een centraal groengebied te leven, kort bij woon en werk. Die plannen zijn nu misschien nog een beetje toekomstmuziek, maar we moeten oppassen dat dit hier geen slaapstad wordt, dat is een echt gevaar. De vele woningprojecten die nu op stapel staan zijn niet op zichzelf staand. De ‘beleving’ errond moet gecreëerd en onderhouden worden.
En wat mij betreft zal de Schorre daar altijd een cruciale rol in blijven spelen, de Schorre is een ‘sterk merk’ geworden en daar zijn we fier op.
BEDANKT VOOR DIT GESPREK, ALEX.
Graag laten we in onze krant de personen aan het woord die mee het bestuur van de gemeente uitmaken. Hardwerkende mensen die alles vlot laten draaien in Boom, soms achter de schermen, soms meer pubiek...in alle geval tonen wij hier graag de ‘human factor’ in het verhaal, de ‘mens achter de functie’.
Vandaag ben ik afgesproken met de minzame schepen van mobiliteit, verkeer, parkeerbeleid, wonen en huisvesting, gezinsbeleid en kinderopvang, jeugdbeleid, seniorenbeleid en ITC. Een hele boterham van verantwoordelijkheden, maar Abdel El-Hajoutti is een zelfverzekerde, stille kracht die op een rustige manier alles coordineert en op een menselijke manier alle neu- zen in dezelfde richting krijgt.
HOE BEN JE IN BOOM TERECHTGEKOMEN, ABDEL?
Ben in feite afkomstig van Antwerpen en op jonge leeftijd een paar jaar in Terhagen gaan wonen.
Op 7 jarige leefijd zijn we verhuisd naar Boom, waar ik nu nog woon, al 33 jaar en ik vind het een fantastische gemeente. Alles is hier dicht bij de hand.
Boom is een mooie gecentraliseerde gemeente in tegenstelling tot vele andere in de buurt die echte straatgemeentes zijn, waar ge zelfs voor een brood de auto moet nemen.
We hebben het hier met mijn gezin geweldig naar onze zin. Ik beschouw ook mijn eigen gemeente als mijn eigen huis- je en tuintje. Ik probeer er zorg voor te dragen want dat is belangrijk.
Ik ben afgestudeerd als graduaat scheikundige en werkte in de chemische industrie. Mijn laatste werkgever was Coca Cola waar ik 15 jaar heb gewerkt in het analytische labo in Brussel.
WAT IS DE GESCHIEDENIS VAN UW FAMILIE?
Mijn grootvader kwam uit het noorden van Marokko aan het Rifgebergte en de vader van mijn moeder woonde in Nederland. Mijn vader is op 18 jarige leeftijd naar hier gekomen, eigenlijk op doorreis naar Nederland , naar de vader van mijn moeder. Dat was toen een lange trip en onderweg passeerde hij bij een paar vrienden in Aartselaar om goeiedag te zeggen en dan ’s anderdaags te vertrekken naar Nederland.
Die vrienden werkten in de tuinbouwsector, en de volgende morgen, toen mijn vader wou vertrekken , kwam de baas van dat tuinbouwbedrijf langs en stelde hem voor van voor hem te werken ipv naar Nederland te gaan, wat hij dan gedaan heeft. Hij heeft zich dan gesetteld om te werken in de tomatenkweek. Heel zijn leven lang tot aan zijn pensioen heeft mijn vader daar gewerkt. Het leven kan soms een rare wending nemen, normaal gezien was ik dus een Nederlander geweest.
EN UW STAP NAAR DE POLITIEK?
Van jongs af aan was ik altijd nieuwsgierig van wat er gebeurde in de straat. Ik volgde dat op de voet, wat mijn vader heel tof vond. Hij was de eer- ste generatie in ons land en ik moest dan voor hem belangrijke feiten in politiek, sociaal gebeuren en het toenmalige BRT journaal vertalen voor hem. Hij was dan geïnteresseerd wat minister Martens, president Bush enz...hadden verteld. Zo ben ik er van kindsbeen af ‘ingerold’ en was van jongs af al wat vertrouwd met de politieke terminologie.
Het zit wel in onze genen, we zijn allemaal soci- aal en politiek geëngageerd. Ik heb een familielid die in de gemeentelijke besturen in Marokko zit, een andere is gemeentesecretaris ginder ...
Het is sterk in onze familie aanwezig om de maatschappij te verbeteren en er wezenlijk er aan mee te helpen.
KAN JE IETS VERTELLEN OVER UW SCHEPEN- MANDAAT?
Ik heb in feite nooit echt ambitie gehad om een schepenfunctie op te nemen, wel wou ik me zo goed mogelijk engageren naar de gemeente en zijn inwoners toe. Ik was er zeker van dat dit vroeg of later zou worden opgemerkt en eventueel beloond door een schepenpost. Mijn bevoegdheden zijn mobiliteit, parkeerbeleid, wonen, huisvesting, gezinsbeleid, senioren beleid, jeugdbeleid, gezondheidsbeleid en ict... zeer divers en een hele boterham die ons soms dwingt tot ‘s avonds laat te werken, dat neem je erbij.
De voorbereiding van alle dossiers is belangrijk, kwestie van plannen die bestaan goed te lezen en te kennen en aan te passen waar nodig.
Zo kunnen we steeds adequaat reageren op vragen van de bevolking. Dat geldt vb voor het parkeerplan maar ook voor het jeugdbeleid.
We gaan naar jeugdraden ik leg mijn oor te luisteren naar de vragen van die jonge gasten. Jeugd is in mijn opinie zéér belangrijk, omdat we een shift krijgen in onze bevolkingssamenstelling hebben we veel jonge mensen, veel hoger dan Vlaams gemiddelde in categorie van 18-23, wat niemand verwachtte. In straatbeeld ziet ge dat dikwijls niet zo, maar door contacten met families zien we dat dit reëel is. Daarom is dit de toekomst van de gemeente, dat moeten we koesteren.
Spijtig genoeg zitten we ook met een armoede problematiek in Boom, dat kunnen en mogen we niet ontkennen, maar vanuit gemeente werden er zeer fijne initiatieven opgezet en budgetten voor vrijgemaakt.
We zijn trouwens ook fier dat we met de Boomse Ramadan Inzamelactie nauw samenwerken met de Welzijnsschakels. Het is de bedoeling van giften en voeding tijdens de ramadan in te zamelen voor de minderbedeelden in onze samenleving. Vorig jaar hebben we vb 1800,- ingezameld en bijna 2 ton voedsel, toch niet min.
Er is een grote moslimgemeenschap in Boom , wij vinden het zeer belangrijk dat ze zich laten zien met hun groot hart en dergelijke initiatieven volledig ondersteunen.
Dit is voor mij een symbool van integratiepolitiek. Het is belangrijk dat de ‘talking heads’ van de gemeente hier een duidelijke lijn volgen en alle sociale initiatieven van de gemeente actief mee ondersteunen.
EEN VRAAG DIE IK WOU STELLEN: HOE KOMT HET DAT MEN TOCH MINDER MENSEN VAN ALLOCHTONE ORIGINE ZIET OP GROTE MANIFESTATIES, ZOALS TATW?
Ik denk dat het een beetje ‘onbekend is onbemind’ is en ver van hun wereld. Dit moeten we zeker aanpakken, ik probeer er aan te werken via het activatie en participatie principe. Past in onze filosofie, open voor alleman.
HET MENSELIJKE ASPECT
Dit jaar hebben we onze 2e Boomse ramadan actie. We brengen voedsel bijeen voor de Welzijnsschakels (een 60 tal gezinnen) en dit jaar komt er ook een andere armoede-organisatie bij, de ‘Kommaarbinnen’ in Boom Noord. Eten klaarmaken voor minderbedeelden.
Daarnaast wordt er ook geld ingezameld voor het Rode Kruis. Er staan hiervoor in de Boomse winkels spaarpotjes, en dat wordt goed gevolgd. Tijdens de ramadan staan wij dichter bij de minder bedeelden omdat we dan(een klein beetje) zelf voelen wat het is om niet te eten de hele dag. Is voor ons een geschikte tijd om symbolisch te tonen dat we als moslim moeten streven naar het ’goed mens zijn’.
ZIJN ER MOOIE VERWEZENLIJKINGEN IN POLITIEK WAAR JE FIER OP BENT?
Wel, vanuit de oppositiebanken heb ik toch een mooie verwezenlijking bereikt door onze gemeente ‘hartveilig’ te maken. Overal hebben we hart defibrillatie machines geplaatst, aan de atletiekpiste (erg belangrijk om mogelijk hartfalen bij jeugd snel te detecteren), gemeentehuis, ....er komen er nog twee bij. En we hebben ze bijna 2 maal moeten gebruikten, dus ze zijn echt wel nodig.
WAT ZOU HIER NOG KUNNEN VERBETEREN?
Het is nu een kantelmoment, dat voelen we allemaal aan. De Grote Markt te vergroenen, een soort van belevingsruitme van te maken, dat is in mijn ogen prioritair.
Er is een nieuwe dynamiek aan het komen, dat is stilaan merkbaar, zeker met al de nieuwe woningen die er gaan bijkomen. Zeker aan de kaai zullen we zien dat er een heel andere beleving zal komen.
We moeten alleen zien dat het een gezond evenwicht wordt tussen residentieel en sociaal wonen.
Dit zijn cruciale dossiers en cruciale beslissingen.
Hier mogen we niet impulsief reageren of beslissen. Beter dat het iets meer tijd vraagt om de juiste weg te nemen dan hals over kop.
De mensen denken dan soms onterecht dat er ‘niets gebeurt’ maar niets is minder waar.
Dit zijn projecten die bij ons hoog op het agenda staan. Maar we zijn er ons van bewust dat dit de gemeente definitief een andere weg zal laten inslaan, en Boom écht ‘op de kaart zal zetten’.
Dus, gezond verstand, harmonische en stabiele beslissingen zijn hier nodig.
MOET ER IETS VERANDEREN AAN DE BELEVING?
Ik zou zeggen: ‘Nog meer activeren’. Culturele beleving op regelmatige tijdstippen en dit laten gebeuren in het centrum, de markt. De markt moet een aantrekkingspool worden waar men gezelligheid ontmoet in de vorm van goede horeca en cultuurbeleving.
Een andere wens: allochtonen meer betrekken bij het culturele gebeuren.
Het klopt wel dat deze mensen elkaar opzoeken en clusteren. Het heeft zijn tijd nodig om te veranderen, maar je ziet toch al een vereniging zoals vb ABC Rupelstreek die zich toelegt op activatie/participatie principe om gemeenschappen dichter bij elkaar te brengen op sociaal en cultureel gebied .
Deze groep gaat uit van mensen die actief zijn in de politiek en gaat werken aan échte integratie, vb de Iftar die onlangs werd georganiseerd is daar een mooi en succesvol voorbeeld van. Het deed ons plezier dat er een grote delegatie was van het Rode Kruis, Welzijnsschakels enz...was.
Wegens dat succes gaan we de Iftar volgende keer dan ook organiseren in een grotere locatie zodat we nog meer Bomenaars kunnen verwelkomen.
Het zou vb leuk zijn iets samen te doen met Pro•Boom, waarom niet, een ideetje zou bijvoorbeeld een grote zomerfeest te geven met Marokkaanse muziek, lekker eten, sfeer...
Dat zijn zaken die we nodig om gemeenschappen dichter bij elkaar te brengen, om vertrouwen te versterken, want dat is écht nodig. Zoals we we- ten is dat gebrek aan kennis en vertrouwen soms de oorzaak van clustering en ‘ieder in zijn eigen gemeenschap’ gedrag. Dat moeten we openbre- ken door sympathieke en sociale acties.
Het is een antimiddel tegen het klimaat dat er soms heerst.
Het is wel hoopvol dat jonge generaties open staan voor alle rassen en geloof, die kijken daar niet naar, komen met iedereen overweg, en dat is de toekomst.
De Marokkaanse jeugd hebben ook die behoefte om te integreren. Misschien zal de ene zich beter voelen bij zijn eigen vrienden of naasten, de andere bij de mix groep die hem omringt en waar hij zijn sociaal leven mee heeft. Maar hier ligt toch het potentieel voor perfecte integratie.
Dat is dé reden waarom ik sterk ijver voor activatie en participatie. De multimondiale wereld komt er , je kan die niet meer tegenhouden, je zult er mee moeten samenleven, en als je niet de weg van de multi diversiteit kiest, ga je sowieso verliezen.
Je zet u eigen buiten spel.
HEB JE NOG TIJD VOOR HOBBIES, ABDEL?
Ik ben een bezige bij, altijd actief bezig, heb dat echt wel nodig als compensatie van het harde werk.
Ik loop veel, vroeger zelfs marathons gelopen, ik heb er 4 gedaan, Rotterdam, Madrid, Marrakesh, Hamburg... en daarnaast ben ik voetbalscheids- rechter. Vroeger heb ik zelf nog gevoetbald bij svTerhagen, en Rupel sk,
Het was wel grappig soms. Ik ging als 6-jarig gastje met mijn sportzak te voet helemaal de dijk af tot in Terhagen om te spelen. En soms als ze volk te kort hadden, kwamen ze me dan speciaal halen om in te vallen, ik voelde me toen echt Maradona, met zijn chauffeur!
Nu nog ben ik een erg actief scheidsrechter,
1e elftallen amateur, provinciale afdeling.
Ik neem ook hier graag verantwoordelijkheid, zoals ik dat overal doe. Is voor mij echt een mentale ontspanning, je bent anderhalf uur alleen maar bezig met de spelers, invloed van het spel en vooral, wat me bijzonder aantrekt, steeds trachten de juiste en faire beslissing te nemen bij overtredingen.
De ouderraad is ook zo iets waar ik graag mijn steentje bijdraag. Ik ben van mening, de maatschappij heeft voor ons veel goeds meegebracht, we hebben er veel vruchten van geplukt, dus moeten we dankbaar zijn!
Het zou egoïstisch zijn er niets tegenover te zetten en dat is wat ik wil doen. Mijn kleine bijdrage om dankbaar te zijn. En als je geeft krijg je ook veel terug, is een oude wijsheid die ik letterlijk tracht te nemen.
Ik heb ook altijd heel veel respect voor mensen die initiatief nemen om andere mensen bij elkaar te brengen.
Het is voor een kleine gemeenschap zoals Boom cruciaal dat mensen zichzelf kunnen groeperen en zelf kunnen nadenken om een bepaalde visie of missie uit te drukken. Het is niet alleen het politieke bastion dat dit kan doen, maar ook mensen zoals jullie, burgerbewegingen die een steentje kan bijdragen.
IS DE MAROKKAANSE CULTUUR NOG AANWEZIG IN UW FAMILIE?
Ik ben in Marokko geboren en vrij jong naar België geëmigreerd. Voor mij blijft dat wel nog een speciale band en gevoel, het is toch mijn moeder- land. Maar voor mijn kinderen is er niet zo veel affiniteit meer, zij voelen zich echt Belg en zijn zelfs ook niet zo enthousiast als we voorstellen om naar Marokko op vakantie te gaan, die ‘draad’ is wel aan het lossen.
Het is ook een beetje gebrek aan kennis. Als we zien hoe in Noord Afrika een geweldige cultuur is vb klassieke muziek, de finesse van kennis gaat weg en men denkt snel in algemeenheden.
In Brussel heeft bijvoorbeeld meer dan de helft van de bewoners van origine een andere nationaliteit, dan is het wel belangrijk dat we elkaar goed kennen en respecteren.
WAT IS POSITIEF IN BOOM VOLGENS U?
Ik neem deze gelegenheid te baat om jullie te feliciteren met Pro•Boom, dit geeft een stem aan de Bomenaar.
Ik ben dankbaar dat ik her en der mijn stem mag laten horen. Kleinschalig, lokaal, insteek vanuit burgers, en zeer belangrijk, het is vanuit positie- ve vertrekbasis, dat is voor mij belangrijk; hoe kunnen we Boom nog beter op de kaart te zetten. Het doet mij in die zin ook genoegen dat er toch nieuwe zaken in Boom bijkomen die mooi en
aantrekkelijk zijn.
EEN VAN UW BEVOEGDHEDEN ALS SCHEPEN IS PARKEERBELEID, KAN JE DAAR IETS OVER ZEGGEN?
Parkeren in Boom is steeds een ‘hot issue’ geweest in de gesprekken tussen Bomenaars, het is een ‘gevoelig’ onderwerp met andere woorden.
Met recht en reden, want de situatie is niet simpel. We constateren een enorme parkeerdruk in onze gemeente, mensen die er komen werken, mensen met twee auto’s,... veel parkeerproblemen ...
We hebben pas een eerste nieuwe ondergrondse garage geopend ideaal voor mensen die hier iets komen eten, of op bezoek komen.
Is ook zeer geschikt voor mensen die hier werken, vb schoolpersoneel die we toch gaan aanschrijven om daar gebruik van te maken.
We gaan nu een parkeerfolder voor de bewoners uitgeven die goed uitlegt wat het beleid is en waar men praktisch kan parkeren, niet alleen in het centrum, maar ook de zone aan de randparkings.
We bieden die aan voor toeristisch gebruik en de communicatie en promotie hierrond gaat ook helpen; signalisatiebord, schrijven aan leerkrachten enz....
De overkapping en afbraak van de huidige garages zal ook een nieuwe mogelijkheid geven voor parking zodat we de markt kunnen ontlasten en omvormen tot een leuke belevingsplek.
Het is wel zo dat we een shift zullen moeten doen in onze visie over mobiliteit, niet meer de auto centraal zetten, maar andere mogelijkheden uitspitten, ik zou dat afstellen op meer fietsgebruik.
BEDANKT VOOR DIT GESPREK, ABDEL.
Dat er een goede communicatie van de gemeente naar zijn burgers loopt, is mede te danken aan deze man, de communicatie verantwoordelijke van Boom.
Ik spreek met hem af aan de oevers van de Rupel in de gastvrije ‘Trattoria de Kaai’. Enkel heerlijke ‘tomates crévettes’ en flesje wijn later ben ik er mij van bewust wat een duizendpoot deze man wel is. Een aangename verrassing en een verrijking voor onze mooie gemeente, for sure!
Hierbij verslag van een lang en boeiend gesprek met Patrick Poppe, de communicatie ambtenaar van onze gemeente, met een kwinkslag kunnen we hem ‘the voice van Boom’ noemen.
•PATRICK, HOE BEN JE IN BOOM TERECHTGEKOMEN?
Op acht jaar in internaat (de ‘mannekes’) van Boom terecht gekomen, was in feite van Willebroek, maar ik heb Boom ‘leren kennen’ (alhoewel in een internaat je de buitenmuren zelden ziet). Later de klassieke weg, werken, getrouwd, niet veel band meer met Boom gehad, maar op een of andere manier bleef deze gemeente toch een ‘zachte minnares met warme handen’ en is de roep van de Rupel toch sterk aanwezig gebleven.
Na een carrière als sportjournalist, op het moment van collectief ontslag bij GVA was het voor mij tijd om iets anders te zoeken. Op dat moment zochten ze in heel België communicatie ambtenaren, een nieuwe functie die verplicht werd voor alle gemeentes. Ik heb me toen ingeschreven om te postuleren in Willebroek en Boom. In Boom ben ik het geworden.
Het was uiteraard nuttig dat ik eerst ‘aan de andere kant ‘heb gestaan. Mijn journalistiek verleden gaf me een streepje voor. En nu ben ik 21 jaar communicatie ambtenaar, de tijd vliegt snel!
•HOE WERD DAT GESTRUCTUREERD?
Er bestond al in feite een communicatie ambtenaar ‘avant la lettre’, de bibliothecaris nam dat op zich. Contacten met de pers enz.. Uiteraard kwam er een periode aan van betere informatie doorstroming en optimalisatie van structuur. Dus de nood aan een échte expert werd reëel.
•WAS DAT EEN MEERWAARDE TEGENOVER VROEGER?
Daarvoor was er in feite echt niet veel informatie of communicatie vanuit een gemeente naar zijn burgers. Buiten de officiële berichtgeving was er niet echt veel, “Ik hoop en verwacht dat Boom er binnen tien jaar helemaal anders zal gaan uitzien. Er is hier potentieel om ‘Knokke aan de Rupel’ te worden, met de ‘zicht op zee’ capaciteit, maar wel als ‘open huis’ voor de bewoners zonder elitair en uitsluitend te worden” “Boom is altijd een minnares met zachte handen geweest voor mij” men beschouwde dat niet als een toegevoegde waarde.
Dat is nu wel even anders. Wat in bedrijfsleven al veel langer bestond, gingen de gemeentebesturen nu ook toepassen.
Feitelijk was het wel grappig, de wet dicteerde dat er overal een ca moest zijn, maar er werd niet veel gespecificeerd, een full time, wat moet die exact doen, job description,enz... dat had als resultaat dat men in begin een beetje aan ‘free wheeling’ deed. Boom heeft van in het begin gezegd dat men dat anders ging doen.
De toenmalige burgemeester zag in dat dit zeer belangrijk ging worden voor een gemeente ‘in beweging’. Dit ging wezenlijk helpen om het imago van Boom te verbeteren. En het evolueert constant. Ik heb jaren alleen gezeten op kantoor, nu sinds kort een vaste medewerker. Zo leer je Boom wel écht kennen en wordt je nog meer verliefd op deze mooie gemeente.
•WAS DIT DAN EEN KEY POINT IN JE CARRIERE?
De twee burgemeesters die ik tot nu toe gekend heb, zijn er zich alle twee van bewust van de kracht van communicatie. Mijn beginjaren waren meteen een bijzonder boeiende periode. De deur werd dankzij de contacten tussen de burgemeester en Brussel plat gelopen door allerlei ministers die interesse toonden om in Boom projecten op te starten. Toegegeven, niet allemaal even interessant en niet allemaal doorgegaan, maar vb de aanleg van de nieuwe kade heeft Boom écht wel op de kaart gezet.
De dynamiek werd mee door goede communicatie als strategisch middel, opgestart in Boom. Boeiende tijden, samenwerking met reclamejongens, campagnes....voor Boom waren dat allemaal nieuwe wegen die poorten openzetten. De inzet van marketing en communicatie op niveau van een gemeente heeft Boom veranderd.
•HOE ZIE JIJ BOOM VERANDEREN EN EVOLUEREN?
Grote dossiers maken van Boom een ‘nieuwe gemeente’: er is nu een kantelpunt dat is duidelijk en merkbaar. De Kade was de start, er staat nu veel te gebeuren.
We weten dat de markt gaat aangepakt worden, er komen honderden bewoners bij... In het buitenland kennen ze Boom als naam via Tomorrowland. Dit is uiteraard een fantastisch zakenmodel, maar dat alléén zet Boom niet op de kaart. We mogen niet vergeten dat er nog ‘50 andere weken’ zijn, bij manier van spreken. Tomorrowland is uniek, is niet te evenaren en niet na te maken. Boom kan daar wel van profiteren, maar het zit niet echt in het dna van de gemeente: dit is een mooie, rustige gemeente, dàt is wat we moeten koesteren en uitbouwen.
Uiteraard helpt de naambekendheid iets, maar we moeten de eigenheid van de locatie zelf respecteren en verbeteren. Om met een boutade te spreken, wijlen minister Stevaert zei ooit: ‘de markt is uw living, waar ge mensen ontvangt, jullie hebben er een ‘ijzerwinkel’ van gemaakt’. Uiteraard een grapje, maar er is een grond van waarheid in: het parking gegeven van de markt moet eerst opgelost worden. Is een beetje de heilige koe, maar nu komt er schot in de zaak.
Parkeren, en levenskwaliteit rond de marktzone wordt vanaf dit jaar wezenlijk aangepakt tot een totaal nieuw concept. Ik hoop en verwacht dat Boom binnen tien jaar er helemaal anders zal gaan uitzien. Er is hier potentieel om Knokke aan de Rupel te worden, met de ‘zicht op zee’ capaciteit.
•WELKE ROL SPEELT HET RIJKE VERLEDEN VAN BOOM IN DIT VERHAAL?
Er is duidelijk meer en meer respect voor het industriële en culturele verleden van de gemeente, dat moet toegankelijk gemaakt worden: nu is er een grote subsidie vrijgemaakt voor het Emab verhaal. Als we die site kunnen conserveren mogen we toch al blij zijn, dit is een eerste stap en wat voor een. Er is altijd een spanningsveld tussen ‘het oude bewaren’ en ‘het nieuwe integreren’ zonder dat we ’Bokrijk van de Rupel‘ mogen worden.
Sommige dachten vroeger wel dat alles moest blijven zoals het was, en dan krijgen we inderdaad het statische ‘Bokrijk gevoel’, maar dan is alle dynamiek weg en wordt het een steriele nietszeggende situatie, die Boom niet nodig heeft. Dus ik vind dat de gemeente de juiste keuzes maakt en de juiste stappen zet. Beter enkele zaken eruit pikken en goed uitwerken dan overal kleine brandjes te blussen die toch niet het juiste effect verkrijgen.
•HOE DIT AAN TE PAKKEN?
In feite zou er eens een mooi boekwerk moeten gemaakt worden over de historiek van Boom: velen die de tijd hebben meegemaakt zijn er al niet meer en anderen zitten nu in het rusthuis. Die generatie is er dus binnen enkele jaren niet meer. Het is nu hét moment om dit nog te koesteren en echte getuigenissen neer te schrijven.
Er is al eens een project geweest hier rond, maar hoe dit evolueert weet ik niet. Vroeg of laat komt dit wel boven. Vele mensen weten bijvoorbeeld niet meer dat hier naast de steenbakkerijen, ook een diamant nijverheid was, pantoffelindustrie, scheepsbouw, scheepsherstellers...het verleden kan hip zijn. Wij mogen fier zijn hierop, vele andere gemeentes kunnen ons dat nageven en hebben bijlange zo een rijke industrieel verleden niet. We moeten daar iets mee doen, voor dat alles in het moeras van de vergetelheid wegzinkt. En dan praat ik niet over het sombere sociale aspect zoals de Piet Van Akens van deze wereld schreven, maar over de leuke rijke menselijke verhalen.
•WAT VIND JIJ VAN DE SAMENLEVING IN BOOM?
Boom is een mozaïek, die niet anders dan andere steden en gemeentes. Moeten we die multiculturele wereld tegenhouden, dat gaat niet volgens mij. Het enige jammere is dat we niet écht ‘samen’-leven. Bij alle initiatieven die we doen, zie je echt weinig allochtonen, dat vinden wij echt jammer. Aan wat ligt dat? We weten het niet. Natuurlijk, als je in New York rondloopt en de Belgen die er wonen opzoekt, zal je zien dat die elkaar ook opzoeken, je hebt altijd clustering, dit is natuurlijk.
Ik heb al eens gevraagd aan collega’s van allochtone afkomst of we bijvoorbeeld eens met Theater aan ‘t Water eens een groep van Tanger moeten laten komen bij wijze van spreken, er is daar nu toevallig een geweldig goede en gekende acrobatie groep die hier goed zou passen in de programmatie. Zou dat de allochtone Bomenaars meer aantrekken, er is geen sluitend antwoord op.
Nochtans zien we heel fijne initiatieven en pogingen vanuit de allochtone groepen in Boom die veel succes hebben, de Iftar was vb direct uitverkocht, dus dat is veelbelovend. Gemeenschappen die op zich blijven is een ‘probleem’ dat zich in heel Vlaanderen manifesteert. Nochtans is het mijn overtuiging dat de mix van culturen een échte verrijking is, dat mis ik wel een beetje, die klik van de ’fusion van gemeenschappen’. We leven natuurlijk in een kleine gemeenschap waar alleman op elkaar zit bij wijze van spreken. In een grote stad is er genoeg ruimte om ‘naast elkaar-met elkaar’ te leven.
Wat me hoopvol stemt is dat voor jonge gasten de wereld toch hun dorp geworden is, op sociale media, maar op alle gebied. Zij zijn de toekomst en als ik zie dat sommigen onder hen toch open staan voor alleman, maak ik me niet te veel zorgen.
•VAN THEATER GESPROKEN, VERTEL EENS WAT OVER JULLIE ‘KAAIMANNEN’?
Dat is een ongelofelijk verhaal dat gestart is in 2004. Eigenlijk is dat begonnen met een ‘talentenshow voor de ambtenaren’, eerlijk waar, we wisten niet wat we zagen! ‘Talent van eigen Boom’ was een allegaartje van onverwacht en verrassend creatief talent van onze eigen ambtenaren die, laat ons eerlijk zijn , niet steeds het imago te hebben van creatieve geesten. We kregen ineens 40 ambtenaren die hun creatieve kant lieten zien en we bewezen met dat project het tegendeel. Drie weken was er dan in de Lombard zaal van de gemeente een grote tentoonstelling.
Mensen van de groendienst die schilderden en hun werk lieten zien, iemand van het secretariaat deed ‘Anton Piek’, iemand anders was een begenadigd restaurateur van schilderijen,… er zat wel wat talent daar en vooral veel verrassende zaken. Op de finissage werd er muziek gemaakt, gedanst, gezongen, toneelstukjes opgevoerd… daar lag de kiem van onze samenwerking: ‘we moeten hier iets mee doen’ zeiden we...en de rest is geschiedenis.
Ondertussen was het grote project ‘kaai’ af, een fantastisch project, met pleintjes, en grote trappen naar de Rupel. ‘We gaan de ‘stenen doen leven’ zeiden we toen, dus de naam lag voor de hand: ‘de Kaaimannen die de mooie kade zullen doen leven’. Het eerste initiatief TatW hadden we een budget van 600,-euro (!), 250 bezoekers en we deden een beetje alles zelf. Ik deed zelf toen nog een monoloog van Stafke .., een verhaal over de steenbakkers en de uitvoer naar heel de wereld van de Boomse Baksteen dat veel succes had en nadien nog veel werd gevraagd. Toneelstukje van mensen uit Noeveren, iemand deed wat vuur-acrobatie, uiteindelijk hadden we slechts één professionele groep, een tango muziek- en dansgroep. Gelukkig vroegen die maar 600,-euro en was ons budget dus gewoon op met deze act. Toestanden waar we nu goed mee kunnen glimlachen.
We hebben ooit eens controle gehad van de btw. Die man sloot na een halfuurtje de boeken en concludeerde gewoon ‘dat we gek moesten zijn’ om dit allemaal te doen en er nog zelf geld aan toestaken ook. In die tijd legden we inderdaad persoonlijk altijd vanuit eigen fondsen de verliezen bij, dat was zo en dankzij die inzet kon het Theater blijven en groeien in zijn natuurlijk proces. We moesten beamen dat we een beetje ‘zot’ waren, maar dan vooral ‘zot van Boom’! Wij doen al die zaken, alleen voor Boom en zijn bewoners, uit genegenheid voor Boom als gemeente en we blijven in Boom zelfs al zouden we waarschijnlijk in grotere gemeente meer subsidies kunnen krijgen, maar we blijven koppig hier, uit liefde voor Boom. Nu ondertussen is het initiatief Kaaimannen zo gegroeid dat de ’sky is the limit’ geen onmogelijke opdracht meer is.
Je kan het zo gek niet bedenken of we nemen het in beraad. Een jazz festival, een alternatief cultuurcentrum in een mooi leegstaand gebouw……alles is mogelijk. De Kaaimannen is een echte creatieve denkmachine geworden die wezenlijk meehelpt om het imago van Boom kracht te geven. Zo hebben we de Resto à L’eau en de Nacht van de Cafés opgezet. Allemaal zaken die gedreven worden door een intense liefde voor onze gemeente. Financieel gewin is hier totaal geen optie voor ons, maar wel de collega’s handelaars en horeca mee in de kijker te zetten. Zo willen we ons steentje bijdragen voor een betere samenleving. Trouwens tussen haakjes en in primeur, op 5 oktober volgt de 2e Nacht van de Café’s’. Allen daarheen zou ik zeggen.
•KAN DIT FESTIVAL RENDABEL BLIJVEN?
We hebben natuurlijk altijd een kritische massa nodig om ‘rendabel’ te zijn, dit wil zeggen, om gewoon alle kosten te kunnen betalen. Dat is de prijs van ons succes. Ik herinner me de zomer van 2016 met dramatisch slecht weer. Volledig uitgeregend en dan ook een verlies jaar. Geen probleem, we hebben een heel jaar lang allerlei klussen gaan doen op de Schorre enz…op het einde van het jaar was de put terug gevuld. We hebben toen besloten inkom te vragen om die hiaten op te vangen. Die 4,- inkom fee heeft in het begin veel stof doen opwaaien omdat de mensen verkeerdelijk dachten dat dit gewoon een gemeentelijke service was die dan maar gratis moest zijn, wat uiteraard volledig verkeerd is. TatW is een volledig privé initiatief dat volledig vrijblijvend wordt georganiseerd door alle Kaaimannen.
Dit is natuurlijk een beetje de prijs die je betaalt als je kwaliteit wil brengen. Dat is wat we willen bieden, top acts die de mensen betoveren. Met een kleinschalig programma krijg je nooit dat effect. Dat is de keuze die we bepalen, de lat zo hoog mogelijk leggen. De basiskosten blijven steeds hetzelfde, of je nu een groot of klein festival organiseert, daarom kozen we ook voor de grotere schaal.
Wat ik erg fijn vind, is dat ons initiatief de vonk is geweest voor andere creatieve uitingen, de Yellow Brick project van Kanter Dhaenens en nog vele anderen vb. Ook het Jozef Wauters plein, is zo een geweldig project: de bewoners hebben in eigen initiatief heel dat plein aangekleed tot een gezellig leef-biotoop. Dat is wat ons aantrekt, het hoeft allemaal niet groots en duur te zijn. Kleine speldenprikjes stimuleren de samenleving en maken zo van Boom een wondermooi en harmonische leefsite.
•WAT ZOU MOETEN/KUNNEN VERANDEREN?
Zoals gezegd, was de kade een ongelofelijke mijlpaal in de geschiedenis van Boom, nu is het tijd voor een volgende mijlpaal. Ik snap dat er van alles moet gebeuren en in feite bijna elke straat zou kunnen vernieuwd worden, maar waar er echt behoefte aan is, is de creatie van een nieuw spectaculair project, een ‘landmark’. We denken dan aan de overkapping van de kaai, wat natuurlijk wel een zeer groot project is, maar vb de markt is een enorme opportuniteit om Boom. Het moeilijke zal zijn een evenwicht te vinden tussen de grootsheid van de ontwikkeling en de leefbaarheid van alles. Het heeft geen zin hier ‘het Knokke Zoute aan de Rupel’ te maken , waar dan de bewoners zich niet mee thuis voelen. Dat is de moeilijke oefening die het bestuur moet maken.
Gewone mensen moeten Boom ook als ‘hun thuis’ zien. Het is het evenwicht tussen hip en modern maar ook gezellig en uitnodigend. Voor iedereen. Daarom vind ik in belangrijkheid vb de ontwikkeling van een écht centrum als kloppend hart van de gemeente prioritair tegenover grootse projecten zoals vb de overkapping van de kaai. Dit zou uiteraard ongelofelijk spectaculair kunnen zijn, maar ik vind een grote markt die gezellig is toch belangrijker. We hebben dikwijls als eens gefreewheeld hierover, waarom niet vb de Rupel doortrekken naar het centrum? Een inham maken, waar we een getijde dokje hebben dat doorloopt naar de markt, en waar we een biotoop ontwikkelen ‘rond het water’. Dan is er ineens een zinvolle invulling van de Rupel, gekoppeld aan Boom, in de vorm van een dok, met haventje, en alle vertier en mooiheid die ermee gepaard gaat.
Een unieke en fantastische opportuniteit die ons onderscheidt van alle andere gemeentes in de buurt. We zouden hier dan het ‘Antwerpse Eilandje’ in Boom kunnen hebben. Zo waanzinnig is dit idee niet hoor, in mijn ogen zou dit nog spectaculairder zijn dan een overkapping. Is technisch mogelijk, zulke denkoefeningen zouden we in de gemeente nog meer moeten voeren.
•JE WERKT DAGELIJKS MET POLITIEKERS, WAT IS JE VISIE HIEROVER?
Oh ja, ik moet zeggen dat ik heel veel bewondering voor de politiekers die het maar allemaal moeten doen en beslissen. Het is in feite soms een ‘hondenstiel’ die ten koste van de levenskwaliteit en gezondheid gaat. Er moeten soms onaangename beslissingen genomen worden en mensen hebben de neiging alleen de negatieve zaken te zien, terwijl men zich uit de naad werkt om alles in goede banen te leiden. Chapeau zeg ik dan. Daarentegen geloof ik wel in lokale projecten, mensen die zelf iets willen doen voor het welzijn van hun eigen woonbiotoop. En zo zijn er meer dan we denken.
Mensen die spontaan acties opzetten, jullie Pro•Boom is er trouwens een goed voorbeeld van. Genereus, zonder eigenbelang in feite, gewoon uit liefde voor de gemeente iets wezenlijks doen dat merkbaar is. Als we die mensen die allemaal iets willen doen, zouden kunnen samenbrengen, krijg je een ongelofelijke dynamiek en katalysator voor andere acties. Vandaar onze sympathie voor mensen zoals jullie die inderdaad die krachten trachten te bundelen. Overal rond ons in de omringende landen zien we trouwens dergelijke succesvolle ‘burgerbewegingen’.
•HEB JE EEN VRIJBLIJVEND ADVIES VOOR HEN?
We kunnen niet blijven zeggen dat we ’Boom gaan veranderen’ en dan niets doen, tenminste voor de ’buitenwereld’. Ik weet door dagelijkse contacten hoe er echt wel hard gewerkt wordt achter de schermen, maar je moet op een bepaald moment ook laten zien dat er iets beweegt. Naar mijn gevoel is er NU zo een kantelmoment, nu is het een moment om een ‘landmark’ te creëren die opvalt, en Boom op de kaart zet. De markt is wat mij betreft daar een symbooldossier dat Boom een welkomspoort zal geven. De boodschap is dan: hier is het centrum van de gemeente, hier is van alles te doen, hier begint alles.
Je moet ‘walk your talk’: als er nu een prospect in de winkelstraten rondloopt, schrikt die een beetje terug en zal wel binnen een paar jaar terugkomen als alles wat verder gevorderd zal zijn. Zorg dat het er allemaal komt en ligt. De daad bij het woord voegen, dat is wat de bevolking vraagt. Er is nog steeds teveel leegstand, daarom chapeau voor diegene die hier dapper volhouden en vernieuwen, dat is echt wat we nodig hebben. Als de gemeente nu nog in gang schiet met zijn centrumbeleving, dan zitten we wel goed denk ik. Er is nu plaats voor gespecialiseerde horeca met lokale artisanale producten, … het koppelen van lokale retail, cultuur en horeca.
•WAT ZIJN JE HOBBIES?
Tango is zowat een leidraad in mijn leven. In het begin liep ik zo een beetje mee in dat gebeuren maar via een vroegere relatie leerde ik die boeiende wereld kennen. Stages bij Argentijns grootmeesters, internationale festivals en zo…ik was verkocht. Tango doe ik nog altijd maar mijn echte liefde sinds acht jaar is de bandoneon, een soort Argentijns accordeon. Bloedmooi instrument en verrassend moeilijk om te leren. Ik heb vroeger piano gespeeld, dus dat hielp wel iets, maar toch blijft het hels moeilijk om te bemeesteren. Het speciale aan bandoneon, is dat dit Argentijns erfgoed is geworden, en dus niet meer mag uitgevoerd worden.
Diegene die nog ergens ronddwalen zijn stilaan goud waard. Dit zijn écht unieke stukken geworden. Ik heb mijn instrument speciaal met het vliegtuig in Duitsland moeten gaan halen. Het verschil met accordeon is diatonisch, dit betekent eigenlijk dat als je de bandoneon opent je op een AZERTY-klavier speelt, en als je hem weer sluit op een QWERTY … dezelfde toetsen, andere tonen. Er zit weinig logica in de klavieren, wat het uiteraard moeilijk maakt. Zelfs bekende Belgische accordeonisten hebben het moeilijk om met een bandoneon te spelen en laten dan soms hun klavier ‘aanpassen’ om het gemakkelijker te maken.
De meest bekende bandoneonist is uiteraard Astor Piazzolla. Ik houd wel van de weemoed en de tristesse die van de bandoneon uitgaat. Het leven draait om passie en pathos… Voor mij is dit een investering voor het leven, hier ben ik nog jaren mee zoet, als ik het ooit goed zal kunnen, nog de vraag. Gelukkig neem ik lessen bij een heel enthousiaste leraar in Brussel, de enige in België die daar les in geeft, kan je nagaan. Langs de andere zijde is er de literatuur. Dat verleer je niet en het blijft een oude liefde. Journalistiek ben ik nog wat bezig voor de GVA, waar ik regelmatig regionaal nieuws schrijf in opdracht of eigen initiatief.
Maar daarnaast ben nog met 2 schrijfprojecten bezig. Ik ben al jaren aan een roman bezig, dat is een beetje een levenswerk denk ik, durf ook niet claimen wanneer hij af zal zijn, maar daarnaast is er wel een project waar ik een beetje fier op ben, dat al verder gevorderd is en dat toch uniek is. Het gaat over de vertaling van een boek van Cook die mee was met de befaamde Belgica expeditie. Die heeft een fantastisch reisverhaal geschreven over de befaamde reis van De Gerlache en dat leest als een ongelofelijk goed geschreven boeiende roman.
Merkwaardig genoeg is dit werk nooit vertaald, dus heb ik me daar aangezet. Het is een klepper van 600 blz en ik ben halverwege. Het vordert maw goed. Een fantastisch project waar ik me kan wentelen in de avontuurlijke wereld van deze wereldreizigers. Ik heb dat boek in Amerika gekocht voor 400 dollar, het originele boek van 1890, een ongelofelijke vondst. Heel goed geschreven, als ik vergelijk met de naslagwerken over De Gerlache, slaat dit toch alles. Dit is echt als een roman opgevat, met spannende toetsen en rijkelijk beschreven. Hoe hij vb zijn tussenstop in Buenos Aires beschrijft is echt een staaltje van goede litteratuur. De ‘brede boulevards‘ van de stad dienen om alle mooie vrouwen die hier rondlopen genoeg plaats te geven om te flaneren…’ kan toch alleen maar een zalige glimlach toveren! Meeslepend en kleurrijk zoals je in andere reisverslagen nooit leest. Ik ben verliefd geworden op dit boek en me er ingegooid temeer omdat dit verhaal verbonden is met Boom, en zeker nu met de heropbouw van de Belgica is dit een zinvolle bezigheid vind ik. Ik vind trouwens dat we dit boek zouden kunnen verbinden met dat mooie project. Nooit heruitgegeven en nooit vertaald, het is echt wel een straf verhaal.
BEDANKT VOOR DIT GESPREK, PATRICK.
Als er één persoon is die de Rupelstreek een warm hart toedraagt, is het wel Sabine Denissen.
Professioneel is ze als senior adviseur aan de Provincie Antwerpen verantwoordelijk voor de interdepartementele projecten en houdt ze zich oa ook bezig met de opwaardering van de Rupelstreek. Maar het is hier vooral haar persoonlijke visie over deze buurt die interessante invalshoeken geeft.
Ik ontmoet haar in het Steencaeycken het meest iconeske plekje aan de rivier, vroeger directiewoning van de steenbakkerij, nu aangename brasserie.
•SABINE, WAT IS DE RUPELSTREEK VOOR JOU?
Als ik met een boutade mag antwoorden, ik vind de gehele streek met zijn geschiedenis een ‘oord van gemiste kansen’. Dat klinkt brutaler dan ik het bedoel maar laat me toe dat even te duiden. Ik heb soms toch de indruk dat de mensen, en zeker de ‘nieuwkomers’, niet écht beseffen in wat voor unieke plek ze wonen. Men denkt snel in stereotiepen, de ‘baksteen’, de ‘klei’....maar het is juist de complexe en rijke mix van diverse industrie, gemengd met de beleving van de Bomenaar die deze streek zo uniek maakt, uniek in Vlaanderen alvast.
De ‘fierheid’ van de Bomenaar en de trots over ‘de streek van ons’ worden niet efficiënt genoeg doorgegeven aan de nieuwe generatie, de geschiedenis wordt niet op de juiste manier bewaard en getransformeerd naar het hedendaags model. Dat zijn in mijn opinie voorbeelden van ‘gemiste kansen’.
•WAT HEEFT DE RUPELSTREEK DAN NODIG?
Vooral een ‘duidelijk’ verhaal van het landschap, want dàt is in feite ons ‘museum’. Het ongelofelijke is dat heel de streek nog zijn verleden ‘ademt’ en dat je daar middenin kan wandelen, flaneren en zelfs wonen. Ik geef als voorbeeld Noeveren.
Wat we daar nodig hebben is de politiek die zich duidelijker profileert ter zake. Mensen die deze streek bezoeken zien overal protest-affiches hangen en weten niet wat er gebeurt. Visie, informatie maar ook vooral communicatie moeten hier de toon bepalen. Echte ‘ruimtelijke ordening’ is hier op zijn plaats. Nu zien we vb dat in Hellegat alle winkeltjes en publieke voorzieningen dicht zijn gegaan, maar men legde er wel een wijk aan voor jonge gezinnen zodat de bewoners met hun auto moeten rondrijden voor praktisch alles, winkels, scholen, opvang, enz... Nochtans waren en zijn daar opportuniteiten die nu echter verloren gaan omdat projectontwikkelaars andere besognes hebben dan een visie over een leefgemeenschap. Ieder voert zijn beleid, maar hier kan de gemeente nuttig werk doen door vb mooie panden op te kopen of toe te wijzen aan initiatieven die iets doen voor de gemeenschap.
In de Rupelstreek is herbestemming van interessante plekken nodig, gemeentebesturen moeten visie hebben, de juiste invulling zoeken en uitdokteren hoe men dat op de beste manier voor de gemeenschap uitrolt, en niet per definitie voor de privé.
•‘IK PLEIT VOOR BURGERINITIATIEF’.
De Rupelstreek is de schaalgrootte waarop moet gewerkt worden.
Boom is daar slechts een deel van: toeristisch én cultureel
Belangrijk voor mij is ook: wat is de verantwoordelijkheid van elke burger?
Ik geef als voorbeeld de paapovens, waterkeringsmuurtjes, tunnelmuurtjes die er staan te verkommeren: de muren worden weggeduwd door de wilgen die er op groeien. Waarom heeft niemand die eerste scheuten weggehaald?
Als het erfgoed zo belangrijk is om er voor op te komen, er affiches en communicatie rond op te bouwen, dan mag je ook denken wat je zélf kan doen. Neem zelf initiatief, de rest zal dan wel volgen.
Er is gigantisch veel braakliggende grond in Noeveren: claim popup ruimtes vanuit een burgerinitiatief: wees de projectontwikkelaar voor, ipv er schrik van te hebben.
Vorm een grote denktank van burgers die fijne concepten voorstelt. Het één brengt het ander mee en de voortrekkers krijgen altijd volgers.
Het zou in die zin zeer interessant zijn het concept ‘zwerf ruimte’ eens af te toetsen met de streek Noeveren.
De grote dromen en visies zijn er nog niet. Er is wel een bewustzijn en van daaruit kan men wel beginnen werken.
Men moet mondiger zijn tegenover grote projectontwikkelaars en inhoud claimen; ‘...hier gaan wij volkstuintjes maken, daar een genietplekje aan het water, petanquebanen, kinderruimte, enz...’er zijn talrijke voorbeelden te vinden die de leefkwaliteit geweldig zouden verbeteren en de samenwerking met projectontwikkelaars veel duidelijker en positiever zou laten gebeuren.
Laat ons duidelijk zijn, mooie gemeentelijke projecten kunnen zeker worden gerealiseerd als er ook claims komen vanuit de bevolking zelf, als burgers zelf toffe en leuke initiatieven nemen. Als er zo één project lukt, zwermt dat uit naar anderen en krijgen we wél een verwezenlijking van een visie en zelfs een droom!
En dat is een andere denkpiste dan protesteren met affiches in de straat. Die sfeer van een gemeenschap die zo lang onderdrukt is geweest, mag zich nu best keren.
Samenwerkingen met ontwikkelaars zullen en moeten er komen, zorg dat je een stukje voor jezelf en je gemeenschap claimt!
•GEEF EENS EEN ACTUEEL VOORBEELD?
De geschiedenis van de streek moet men ‘teruggeven’ aan de burgers die er wonen, werken en genieten,... alle partijen moeten daar bij betrokken zijn en het besef bij de burger moet zijn dat ze moeten meewerken en meedenken.
Er moet ruimte voor nieuwe actuele zaken gecreëerd worden zonder verlies van het historisch besef. Daar kunnen mensen met kennis ter zake zeker mee helpen. Visionairen die op de juiste schaalgrootte een mooi en betaalbaar visiebeeld uitbouwen.
Mijn visie als archeoloog en kunsthistoricus is dat men de geschiedenis en het landschap kan ‘voelen’ als we waardevolle plekken, zo lang die er nog bestaan, worden gevaloriseerd en een functie krijgen.
Als voorbeeld moet ik hier niet lang nadenken, ik zou zeggen: ‘red de klampovens aan de Pachterslei!’.
Ze zijn belangrijke symbolen voor het rijke verleden van de Rupelstreek.
Zoals de foto hiernaast toont, was de gehele regio rond de Pachterslei een enorme industriële zone, met de typische steenbakkerijen, droogovens en scheepsherstellers. Er was afgesproken met de politiek dat de klampovens in de Pachterslei zouden blijven staan wanneer heel dit industriële erfgoed tegen de vlakte ging, om ze een nieuwe invulling te geven als openbare ontmoetingsplek. Voor mij was dit hét voorbeeld hoe een historisch project zou kunnen geïntegreerd worden in een nieuw woonproject.
Er zou bv. plaats kunnen zijn in de gerestaureerde klampovens voor een hippe ontmoetingsplaats, een design-koffiebar met echte barista, een sociale draaischijf voor de lokale bewoners enz... er werden veelbelovende plannen en concepten uitgedacht die dit erfgoed op de juiste manier zou valoriseren in een woonwijk. Helaas lijkt dit nu weer anders uit te draaien en praat men over het neergooien van de oven omdat die ‘geen nut heeft’.
Wat een gemiste kans!
Waarom is het in Terhagen wel gelukt om de schoorsteen van Damman te laten staan en te integreren in een bouwproject? Ook in Hellegat wordt de schoorsteen van Landuyt geïntegreerd, heb ik vernomen. Dit bewijst toch dat het mogelijk is.
Ik zou dus zeggen, Bomenaars, laat u horen en red die klampovens!
•TOT SLOT, IS ER NOG EEN PERSOONLIJKE WENS?
Oh ja, ik ben erg begaan met de toch wel droevige statistieken mbt tot kinderarmoede in Boom. Ik heb het genoegen gehad projecten te begeleiden met de Welzijnsschakels en heb gezien hoe kleine zeer praktische zaken kunnen helpen om de wereld van kansarmen een tikje meer ‘open te maken’. Dit is voor mij de basis van integratie, respect en tolerantie. We moeten aanvaarden dat die armoede onder ons leeft en een deel van onze gemeenschap uitmaakt. Daarom wil ik me meer engageren in projecten met Welzijnsschakels ter zake. Begeleide wandelingen, stimuleren sociale contacten, doorgeven praktische informatie, ...geven die mensen terug hun eigenwaarde. Wat hen vaak weghoudt van intersociaal leven, is vaak hun schaamte, het gevoel er niet meer bij te horen. Als we dat een stukje kunnen wegnemen door in groep hen mee te nemen en te betrekken zijn we al een heel stuk onderweg.
IK DANK JE VOOR DIT GESPREK, SABINE.
Pagina 1 van 2